‘Verkoop je eigen producten en laat zien hoe je werkt’. Met dat credo begonnen Hans en Tanja Nieuwenburg, onze boeren op perceel Empe, met de verkoop van hun producten in de serre van hun huis. Dat was een tijdje goed te doen: een gezellige aanloop met leuke reacties op de tientallen producten van eigen land en vee.
Inmiddels, zeven jaar later, pakken ze de verkoop van een populair en compleet assortiment producten in de boerderijwinkel en op de website wat zakelijker aan, onder andere met beperkte openingstijden. En: ‘Mensen blijken naar ons toe komen voor een uurtje beleving. Dat motiveert om nieuwe dingen te blijven doen en maken,’ zegt Tanja.
Daar zit tevens het knelpunt van de ondernemers: onlangs besloten ze minder ballen in de lucht te houden. ‘We gaan terug naar de core business van ons jonge bedrijf: winkel, koeien en land,’ aldus Hans.
Hans en Tanja streven naar een zelfvoorzienend bedrijf met een gesloten mineralen kringloop. Ondanks een groot areaal cultuur-, beheer- en natuurgronden lukt nog niet om de 70 koeien met hun ‘kroost’ en 35 vleesstieren geheel van eigen bodem te laten eten. Met de 27 hectare akker en weidegrond van Land van Ons komt dat doel sinds vorig jaar een stuk dichterbij. Gewasvariatie (vruchtwisseling) bevordert het bodemleven, daarom verbouwt Hans naast voedergewassen ook gewassen voor menselijke consumptie. De ‘vruchten’ ervan komen naast de dierlijke producten in de boerderijwinkel te liggen.
‘We zijn al vrij snel met een aantal bakkers in gesprek gegaan om bijvoorbeeld roggebrood te maken van onze rogge.’ Hans constateert dat behoorlijk wat tijd kost om bakkers, slagers, zuivelaars en andere verwerkers te vinden die willen experimenteren met lokale producten, om aan hun eisen te voldoen en samen een goed verkoopbaar product te ontwikkelen. Daarnaast vragen ook de boerderijexcursies, schoolbezoeken en andere publieke activiteiten veel tijd. ‘We houden van innoveren en van spontane acties voor groter publiek. Maar dat werd de laatste tijd te veel.’ De ondernemers gaan meer afgebakend werken. Publiek is welkom als
de winkel open is, op vrijdag en zaterdag. Daar wordt het erf en de stal op ‘veilig gesteld’ en rijdt er geen mestkar. Overigens betreedt het publiek het erf op eigen risico, dat staat duidelijk voor aan de weg te lezen.
Goede voorbeeld
Hans groeide op naast het melkveebedrijf waar zijn vader werkte. Na de landbouwschool werkte hij dertig jaar bij verschillende agrarische bedrijven. Gaandeweg kreeg hij genoeg van de industriële aanpak en meer interesse in de natuurinclusieve aanpak. Hij vond het niet goed om alles bij te sturen met de giftspuit en kreeg meer respect voor de
wiedeg waarmee een buurman werkte, en voor de manier waarop hij met de natuur op zijn bedrijf omging. ‘Ik wil staan voor wat ik doe en dat ook graag uitdragen, maar dat begon steeds meer te knellen.’ Na enkele jaren wikken en wegen besloten Hans en Tanja op zoek te gaan naar een boerderij waar ze biologisch melkvee konden houden, met een winkel aan huis. ‘Ik heb altijd in zorg gewerkt, dus heb iets met mensen’, verklaart Tanja haar ambitie.
In 2015 kwam dicht bij hun huis in Spankeren een leegstaand melkveebedrijf te koop dat ze aanstond. Zodoende werd Hans op vijftig jarige leeftijd zelfstandig ondernemer. De oude ligboxenstal had te kleine maten voor grote koeien, mede daarom koos Hans voor het kleine Jersey-ras. ‘Een sterke koe, die goed kan omgaan met variatie.’ Hans noemt als voorbeeld de wisselingen in het rantsoen, dat varieert van jonge weidegras, geconserveerde luzerne en mais tot grof hooi uit natuurgebieden al dan niet aangevuld met op het erf geprepareerd krachtvoer van onder andere veldbonen en graan.
Staan voor je zaak
In de stal prijkt onverwacht een melkrobot. Hans vertelt dat die investering strategisch genomen is. ‘Het liefst hadden we de verouderde melkput vernieuwd, maar we kozen voor een makkelijk verplaatsbare melkrobot vanwege de grote onzekerheid over het voortbestaan van ons bedrijf…’
Als snel nadat de eerste koeien in de stal liepen, begon namelijk een slepende juridische strijd over de fosfaatrechten van het bedrijf. In 2017 trad er een landelijk fosfaatreductieplan in werking waardoor de melkveestapel van Hans en Tanja met de helft moest inkrimpen. Aanvankelijk werden grondgebonden biologische melkveebedrijven hiervan uitgesloten, maar dat werd teruggedraaid. Bovendien werd het bedrijf aangemerkt als snelle groeier, in plaats van als starter sinds 2015. Tot overmaat van ramp vielen de ondernemers buiten de knelgevallenregeling. Dat was voor het gemeentebestuur van Rheden en Brummen en veel inwoners van Spankeren aanleiding om in de bres te springen voor het veelbelovende bedrijf: zij ondersteunden de ondernemers bij hun strijd in Den Haag. ‘Met die steun konden we het de afgelopen zeven jaar volhouden’, erkent Hans. ‘We stonden met de rug tegen de muur. As we zouden inkrimpen, dan hielden we geen levensvatbaar bedrijf over. En als we onverminderd doorgingen, hing er een boete van bijna 2 ton boven ons hoofd.’ Aangezien Hans staat voor zijn werk, natuurinclusief biologisch boeren, zijn ze de 70 koeien blijven melken. Afgelopen januari werd pas duidelijk dat het bedrijf in de voorgenomen opzet mocht doorgaan.
Natuurinclusief gemeengoed
Uit de steun van hun omgeving blijkt volgens Hans dat natuurinclusieve landbouw in de Achterhoek gewenst of zelfs al gangbaar is. ‘In dit kleinschalige landschap kun je eigenlijk niet anders.’ Biologisch boeren blijkt minder vanzelfsprekend. ‘Dat is een schepje erbij op, zoals overschakelen van drijfmest naar ruige mest. Daar moet je de stal op aanpassen en het vraagt extra machines en meer tijd. Die meerkosten krijg je niet vergoed in de melkprijs. Terwijl dat wel de beste manier is: de consument laten betalen voor duurzame voedselproductie.’ Hans verwacht niet veel van subsidies voor verbetermaatregelen. ‘Regel het via de markt. Verlaag de btw op biologische producten of regel dat supermarkten een eerlijk en transparant prijspeil hanteren. Boeren zijn ondernemend genoeg om daar op in te spelen. Bovendien gaat het hen niet alleen om de kosten, meer nog om de erkenning. Veel boeren werken al natuurinclusief, daarin zijn we al verder dan de overheid denkt,’ betoogt Hans.
Juiste klik
Twee jaar geleden volgende Hans een cursus natuurinclusief boeren. Daar was ook een bestuurslid van Land van Ons. ‘Na een leuk gesprek waarin we onze ideeën deelden over natuurinclusief boeren, vroeg ze of ik interesse had in het beheren van 27 hectare grond in Empe, 12 km verderop. Met die uitbreiding zouden we een grote stap maken richting kringlooplandbouw, met vrijwel al het voer van eigen land.’ Zoveel grond ineens aankopen is voor een jong bedrijf niet te financieren, dan is de pachtconstructie van Land van Ons een mooie uitkomst. In de kennismaking klikte het prima. ‘Wij zijn open en transparant in wat we willen en doen, net als Land van Ons. We overleggen met Land van Ons ons teeltplan en hebben daarnaast diverse afspraken gemaakt met het team Aankoop en Beheer om de biodiversiteit te vergroten. Hans is begonnen met het inzaaien van brede kruidenrijke perceelranden en het aanleggen van een keverbank midden over het perceel. ‘Het bijzondere van Land van Ons vind ik dat ze landelijk boerennatuur in the picture zetten en tegelijk heel lokaal ermee aan de slag zijn en er omwonenden bij betrekken.’ Daarmee is het verhaal rond: (ver)koop je eigen producten en laat zien hoe je werkt.
Hans en Tanja Nieuwenburg pachten nabij Zutphen twee percelen van de coöperatie Land van Ons, die de grond op 22 december 2021 aankocht. In Empe ligt een akkerperceel van 12 hectare met een bodem van zwak lemig fijnzand. Daarop groeit in 2023 luzerne, tarwe, gerst en rogge (zomervarianten). In 2024 is het perceel zodanig tot rust en ‘ontgifting’ gekomen dat er naar SKAL-voorschriften gewassen groeien waarvan biologische producten gemaakt kunnen worden.
Een aparte akker van ruim anderhalve hectare verpachten we aan IESSEL Cider, een initiatief van Rob le Rutte en Marin van Sprang (
Iessel is de lokale naam voor IJssel). Zij geven oude fruitrassen uit de IJsselstreek nieuwe waarde door van het fruit cider te maken.
In Voorst ligt het grasperceel van 15 hectare grasland met een bodem van vrij nat lemig fijnzand. De grasmat is oud en redelijk gevarieerd en doorgezaaid om het extra kruidenrijk te maken. Hier graast het jongvee en wordt het overtollige gras geoogst als wintervoer.