Het is een groot probleem in de Nederlandse wateren: de rivierkreeft. Wegvissen werkt onvoldoende, maar biodiversiteit – veel verschillende soorten planten en dieren – zou weleens de oplossing kunnen zijn. Het waterschap, Universiteit Leiden en Land van Ons werken samen in het Polderlab tegen deze invasieve soort.

Maarten Schrama (UL) en Martin Goosens (Hoogheemraadschap Rijnland) praten over de ervaringen die al zijn opgedaan en het onderzoek dat loopt op perceel Oud Ade van Land van Ons. De eerste resultaten zijn bemoedigend.

Maarten Schrama : “Als bioloog ook heb ik heel lang gedacht dat we dingen moeten doen voor biodiversiteit. De laatste jaren denk ik steeds vaker over hoe de biodiversiteit ons kan helpen om bepaalde doelen te realiseren.” Hij vertelt hoe steile slootoevers net kreeftenhotels zijn, de beestjes maken er holletjes om hun eitjes te leggen. Verflauwde, “natuurvriendelijke” oevers bieden door hun langzame verloop van hoog naar laag, verschillende biotopen waarin verschillende planten en dieren kunnen huizen. In combinatie met waterplanten zoals krabbescheer blijft het water helder, en dat zou wel eens dé oplossing kunnen zijn van het rivierkreeften probleem.

Martin Goosens is altijd op zoek naar de juiste manier van slootonderhoud, en wat te doen met de oevers. “We vragen tot nog toe agrariërs om de sloten geheel te schonen. Maar misschien ligt de oplossing in de strijd tegen de rivierkreeft juist wel in het gedeeltelijk laten staan van de waterplanten. Dat onderzoeken we op dit moment samen met de Universiteit en met Land van Ons’.