Ing. Paul Kindt (63) is rentmeester, een officieel beroep waarvan er in Nederland zo’n vierhonderd zijn. Hij vertegenwoordigt de grondeigenaar richting pachters, overheden en allerlei instanties.
Kindt heeft altijd al rentmeester willen worden. Hij groeide op in Eindhoven waar zijn vader huisarts was, maar twee van zijn ooms waren rentmeester, dat dan weer wel.
‘Als rentmeester is je speelveld het landelijk gebied, alles buiten de bebouwde kom: landbouwgronden, bossen, natuur en waters. Boeren zijn een deel van mijn clientèle, maar ook stichtingen en landgoedeigenaren, waaronder oude landadel.’
Kindt is bestuurslid van de Federatie voor Particulier Grondbezit (FPG) en is voorzitter van de commissie Grond- en Pachtzaken aldaar. Naar zijn schatting is 90% van de top 100 particuliere landbezitters lid van deze federatie, die onder andere bij de overheid voor hun belangen lobbyt.
Hij heeft ook een eigen rentmeesterkantoor en doet daarin 22 zogenoemde ‘vaste beheren’, in grootte variërend van 20 tot zo’n 1000 hectaren. Desgevraagd schat hij dat daaronder ongeveer 4 zijn die tot de 100 grootste particuliere eigenaren behoren.
Wij spreken hem omdat hij Land van Ons meerdere malen heeft geadviseerd omtrent landaankopen en we zijn perspectief inspirerend vinden.
Grondhonger
Hij adviseert grondeigenaren en begeleidt vaak ook zelf de uitvoering van herbestemmings-en transitieplannen. Hij is nu op een groot landgoed in het midden van Nederland bezig met ‘een transitie van traditionele landbouw en veehouderij naar natuur-inclusieve landbouw, biologische landbouw, of hoe men duurzame landbouw wil noemen waarbij de milieubelasting drastisch vermindert. Vaak komt het erop neer dat je die boeren een stukje meer grond moet geven,’ zegt hij. ‘Het bedrijf moet extensiveren, dus minder koeien of aardappels per hectare, en ja, dan moeten er hectares bij.’
‘Veel mensen denken dat het met de landbouw een aflopende zaak is. Dat is geenszins het geval: de grondhonger bij boeren is ontzettend hoog en dan moet men ook nog concurreren met andere ruimtevergende functies: water, duurzame energie, woningbouw, noem maar op, en dat moet allemaal plaatsvinden op de twee miljoen hectare landbouwgrond die we nog in Nederland hebben. Daar wordt steeds afgeknabbeld en er komt niks bij.’
Is bij zo’n groot grondtekort landbouw volgens de doelstellingen van Land van Ons wel mogelijk? Moeten we dan niet meer doen met minder hectaren en dus intensiveren?
‘Met intensiveren zit je precies in die spiraal waar we eigenlijk uit moeten. Want dat leidt tot een grotere footprint, grotere milieudruk en daarvan gaan we echt de gevolgen ondervinden. Voorbeeld: onze beste landbouwgrond, dat zijn de IJsselmeerpolders, de Noordoostpolder en Flevopolder. Helaas zijn er in die polders een flink aantal hectares uitgeput, zozeer dat als je er mest in duwt die niet eens kan worden gemineraliseerd en beschikbaar kan komen aan de planten, want er is geen bodemleven meer. De gronden die zo goed, zo rijk waren, zijn nu uitgeput door de traditionele landbouw. Dat is toch vreselijk!’
‘Even een zijstapje. Als registertaxateurs (waarvan ik er één ben) een grondprijs vaststellen – je zal het bijna niet geloven – is daar nog nooit het bodemleven in meegenomen. Niet de bodemvruchtbaarheid – wel een technisch rapport over de bemestingstoestand, met een bodemmonster – , maar nooit wordt er gekeken naar hoe die grond is opgebouwd en of de structuur bedorven is. Ook of land intensief gebruikt is en er altijd met zware machines overheen gereden is. Dat alles komt nauwelijks tot uitdrukking in de prijs.’
Kan de overheid daar iets aan doen?
‘Dat gaat nu gelukkig een beetje komen in het kader van het duurzaam bodembeheer en een ander landbouwbeleid, met een bodempaspoort en een bodemlabel waarmee dat bodembeheer een plek gaat krijgen. En dat gaat straks ongetwijfeld meespelen in de waarde van de grond.’
‘Maar ik moet helaas ook zeggen dat de overheid, bijvoorbeeld met het Rijksvastgoedbedrijf, het verkeerde voorbeeld geeft. Zij verpachten grond via een inschrijving en dat is een middel om de hoogste pachtprijs te krijgen. Dan weet je één ding zeker: dat is niet duurzaam. Dat vinden wij rentmeesters jammer. Je moet juist kijken: is het een goede boer die goed is voor de grond, dáár moet je op selecteren.’
Land van Ons
‘Ik ben een groot fan van Land van Ons. Jullie doen precies wat er moet gebeuren om de landbouw duurzaam te maken: gezond voedsel produceren, produceren waar je consumeert, bodemvruchtbaarheid, CO2 vastleggen, organische stof inbrengen. Dat is allemaal al mooi genoeg, maar daar nog eens bovenop betrekken jullie burgers bij de landbouw en de voedselproductie en bevorderen jullie daarmee het bewustzijn. Dat is een extra verdiepingsslag. Als je dat allemaal bij elkaar veegt, vind ik dat jullie van de overheid een premie zouden moeten krijgen. Er zijn vast wel subsidieregelingen om die nieuwe manier van landbouw vorm te geven.’
Nog meer tips?
‘Het is prachtig dat jullie participanten uit idealisme deelnemen en geen ander rendement van hun investering verwachten dan de voldoening dat de landbouw en het landschap vruchtbaarder en mooier worden. Die intentie moet blijven, maar het klopt niet dat er geen financieel rendement is. Ik durf te zeggen dat als je belegt in grond, dat je dan rustiger slaapt dan als je aandelen Shell hebt. Ik heb eens een vergelijkende analyse gemaakt van beleggen in Shell en beleggen in landbouwgrond. Bij land heb je een jaarlijkse cashflow van pacht en je hebt de intrinsieke waardestijging van je grond zelf. Als je nou in mijn geboortejaar 1958 een hectare landbouwgrond in Brabant kocht, dan was je omgerekend grosso modo in Brabant ongeveer € 800 kwijt. Diezelfde grond doet nu € 80.000 per hectare. Die is tijdens mijn leven verhonderdvoudigd. Als je daarnaast ook nog de jaarlijkse pacht hebt (ongeveer 2% van de grondwaarde) en die optelt bij de intrinsieke waardestijging dan kom je hoger uit dan de portefeuille Shell over die tijd. En waarom? Omdat landbouwgrond – die twee miljoen hectare landbouwgrond – alleen maar schaarser wordt. De boeren die blijven, zitten al in die grondmarkt en die kopen dan stukjes erbij om hun bedrijf wat te vergroten, dus die gaan ook veel bieden. En daarnaast heb je nog de energietransitie, de woningmarkt, ruimte voor water enzovoort enzovoort. Het is een even veilige investering als staatsobligaties en heeft een rendement vergelijkbaar met aandelen. En je kan er omheen lopen en genieten van de natuur en de producten!’
Tekst: Flip Schrameijer