Het compostproject op de Holtesch bestaat uit het maken van zuurstofrijke compost en proeven met twee veelbelovende methodes om bodem- en plantkwaliteit drastisch te verbeteren.
In december meldden we dat er een compostkeerder zou komen om compost te maken. Bij nader inzien blijkt die methode te complex. We gaan compost maken in vijf bioreactoren op het erf van boer Kees Sijbenga. Bijkomend voordeel is dat er daardoor geld overblijft om het compostproject met een jaar te verlengen. Hieronder meer over de proeven met compostextract, zaadcoating en bladbemesting.
Bodem- en plantenproeven
Onderdeel van het ‘compostproject’ is een vergelijkingsproef met twee methodes voor verbetering van bodemverbetering en plantgezondheid), uitgevoerd door Stichting in Goede Aarde (SIGA). De twee methodes worden afzonderlijk en in combinatie beproefd. Die van Elaine Ingham spitst zich toe op het verbeteren van het bodemleven met compostextract dat micro-organismen bevat. De methode van John Kempf voegt nutriënten toe aan de plant via zaadcoating en bladbemesting. Het onderzoek wordt toegepast op de strokenteelt op de Holtesch: 36 stroken met baktarwe, huttentut en boekweit. Op elk gewas worden 12 behandelingen beproefd.
Monitoring
Het monitoren van de bodemgesteldheid gebeurt door middel van DNA-analyses van de tarwestroken met een nulmeting voor het zaaien en een tweede meting vlak vóór de oogst. Met een ‘theezakjesonderzoek’ (hoe snel verteert de thee) kan de afbraakpotentie van de groeibodems worden vergeleken. De gezondheid van de gewassen wordt bepaald met 14-daagse plantsap-analyses van onder andere het suikergehalte in het plantsap. Daarnaast wordt er gekeken naar de productiviteit van de gewassen onder de verschillende condities.
Bekijk ook de schematische weergave van het onderzoek:
Het seizoen van monitoren is aangebroken. Heb je zin om op de Holtesch (Hooghalen, Drenthe) af en toe mee te helpen met het tellen van bijen, vlinders, planten of wormen, stuur dan een mailtje naar Betteke Krantz.