In de Vrouwe Vennepolder bij Oud Ade laten we het grondwaterpeil gestaag stijgen. Zo krijgt de bodem de kans om te herstellen van eeuwenlange uitputting.
‘Kijk nou’, roept Louis van der Meché bovenaan de dijk. ‘Die stroomt hier al zeker negenhonderd jaar!’
Hij doelt op de rivier de Oud Ade, hoog boven het land. Het wateroppervlak is zeker vier meter boven het land ernaast. ‘Deze rivier was vroeger het laagste punt’, zegt Van der Meché, bioloog en namens coöperatie Land van Ons beheerder van dit perceel.
Het illustreert in één klap de merkwaardige omkering van het Nederlandse landschap in pakweg duizend jaar. Ooit, toen de Oud Ade begon te stromen, voerde die overtollig water af dat het hoogveen in dit gebied niet meer op kon nemen.
Vervolgens begonnen mensen sloten te graven om het water af te voeren. De toplaag van het veen kwam droog te staan en stierf af. ‘Dat leverde hartstikke vruchtbare grond op. Daar konden ze boekweit op verbouwen.’
Het smaakte naar meer, en zo klonk gestaag de hele polder in. De rivier stroomde onderhand hoog boven de daken, dus kwamen er dijken om de rivier in zijn bedding te houden. Ongeveer zes meter daalde de bodem hier en dat gaat nog steeds door, met een halve tot hele centimeter per jaar. Regenwater wordt zo snel mogelijk afgevoerd, nog steeds met een ouderwetse molen. Van der Meché wijst hem aan. ‘Er staat ook een elektromotor naast, maar de windmolen is sterker’, grijnst hij. ‘Het gaat nog hetzelfde zoals het eeuwenlang gebeurde.’
Nu graaft Land van Ons een nieuwe sloot. Een fikse graafmachine neemt nauwgezet een hap en legt de aarde voorzichtig neer. Maar deze sloot is om het water naar het veen te brengen in plaats van andersom. Dat gaat in augustus gebeuren!
Want het grondwaterpeil moet omhoog, dat heeft tal van voordelen. Om te beginnen gaat het de verzilting tegen, een groot probleem in deze streek. Een natte bodem drukt de zoutwatertong weer omlaag. Nog belangrijker is dat nat veen géén kooldioxide (CO2, een broeikasgas) uitstoot. Wetenschappers becijferden onlangs dat veen, nog geen 3 procent van het landoppervlak op aarde, 30 procent van de bodemkoolstof vasthoudt. Als het veen verdroogt, oxideert het en dan gaat die koolstof de lucht in.
Verder remt een hoger grondwaterpeil de bodemdaling, doordat het veen niet verder inklinkt.
Dit herstel is een zaak van lange adem. ‘We gaan het waterpeil heel voorzichtig omhoog brengen’, legt van der Meché uit. ‘Twee à drie centimeter per jaar, maximaal.’
Dat moet vooral met regenwater gebeuren. Dammen gaan ervoor zorgen dat het water niet uit de polder wegstroomt en dan kan het land het rustig opnemen, als een spons. Dat proces wordt zorgvuldig gemonitord door het Polderlab, een samenwerkingsverband met de Universiteit Leiden en Holland Rijnland. Valt er te veel regen, dan kan het weglopen door een luikje open te zetten in een stuw in de dam. En valt er te weinig? Dan is er de Boekhorstervaart, een zijtak van de Oud Ade. Door een pijpleiding in de dijk kan die het veen zonodig nathouden. En daarmee is de cirkel weer rond. De rivier die ooit ontstond omdat het land verzadigd was met water, geeft het water weer terug.