Paardenbloem

Als kind kon ik me erover verbazen dat grote mensen een hekel leken te hebben aan paardenbloemen. Ik zag vooral leuke kleine zonnetjes, die de bermen en weilanden kleur gaven en deden stralen. Als extra bonus kon je na de bloei de paardenbloem afplukken, blazen en dan kijken hoe al die pluisjes het luchtruim kozen. Maar om me heen gingen veel mensen nukkig kijken als ze het woord paardenbloem in hun mond namen.

Mijn ouders vertelden me over de afkeuring die de overbuurman had laten blijken over grasvelden vol ‘onkruid’. Zijn grasveld moest smetteloos zijn, geen bloemetje mocht erin voorkomen en liefst alle sprietjes moesten even lang en even dik zijn. Zijn droom, een smetteloos grastapijt, probeerde hij te realiseren met het veelvuldig gebruik van gif. Grote zorgen maakte ik me hier niet over. Ik vond het een beetje raar, hij kwam niet veel in mijn gedachten voor, behalve als ik langs zijn tuin liep, héél even.

In de loop der jaren ben ik deze onbevangenheid helaas kwijtgeraakt. Met mijn interesse en daarmee samenhangende leeswoede vind ik het nu vooral treurig wat wij mensen op onbewust niveau allemaal hebben aangericht en nog aanrichten. Mijn liefde voor de natuur doet mijn kennis groeien en omgekeerd. Ik voel daardoor dat de wereld zoveel mooier kleurt als je haar omarmt. Maar iedereen bewandelt een andere weg. Ik vind het heerlijk als ik af en toe een stukje van mijn weg mag delen, zoals nu, over de paardenbloem.

De paardenbloem is een buitengewoon succesvolle plant. Ze groeit op vrijwel elke bodem (zure bodems uitgezonderd) en kan zowel uit de voeten met vochtige als droge omstandigheden. Intensieve melkveehouders met montone Engelsraaigraslanden kampen doorgaans nog met één ongewenst kruid: de paardenbloem. Hoe komt de plant zo succesvol? De paardenbloem is een kei in aanpassen. Voor bijvoorbeeld het produceren van nageslacht volgt de paardenbloem twee hoofdstrategieën: de overbekende van de bevruchting van vrouwelijke bloemen met mannelijk stuifmeel, maar ook een andere: de strategie van het klonen. Vrouwelijke bloemen worden hierbij niet bevrucht maar reproduceren exacte kopieën van zichzelf. Een enkele vrouwelijke bloem laat zich toch bevruchten door mannelijk stuifmeel. De nakomelingen die daaruit voortkomen produceren weer een nieuwe kloonlijn. Een gebrek aan bestuivers, bijvoorbeeld door slecht weer, wordt zo omzeild, terwijl de aanwezigheid van voldoende genetische variatie wordt gegarandeerd.

Een andere oorzaak achter hun succesvolle bestaan is hun relatie tot grazers. De meeste planten wapenen zich tegen grazers door bijvoorbeeld de productie van gifstoffen of door het hebben van doorns. De paardenbloem daarentegen vindt het niet erg om gegeten te worden. Integendeel, zodra de plant gegeten wordt, vormen zich bij de penwortel nieuwe scheuten, zodat de paardenbloem meerhoofdig weer bovengronds komt. De bloem is smakelijk. Niet alleen koeien, hazen, konijnen en herten zijn er dol op, ook voor de mens kan het gewaardeerd voedsel zijn. Vroeger werd de bloem ‘honing van de armen’ genoemd, omdat ze zo lekker zoet zijn in bijv. jam, saus of salade en veel mensen zich de duurdere bijenhoning niet konden veroorloven. Toen mijn kinderen klein waren heb ik weleens jam gemaakt van de bloemblaadjes. Erg lekker!

Ook de blaadjes kunnen gegeten worden. De jonge blaadjes zijn minder bitter dan de volwassen bladeren. Omdat mollen aarde over de paardenbloemen werpen, krijg je witte blaadjes die vroeger vooral werden gezocht om op te eten. Daar komt de naam ‘molsla’ vandaan, nog steeds een delicatesse in Zuid-Europa. Toch stelt zelfs de paardenbloem grenzen. De stengel is licht giftig. Als je van plan bent te experimenteren met recepten, wacht dan tot in ieder geval eind mei voor je begint te plukken en laat vooral ook nog het nodige staan. Het komt de bijen en in het algemeen de biodiversiteit ten goede!

De ecologische functie van de paardenbloem staat buiten kijf. In het vroege voorjaar zijn het cruciale nectarbronnen voor honingbijen, hommels en zweefvliegen. Daarnaast zijn het belangwekkende bodemverbeteraars. Met hun penwortels brengen ze mineralen en kalk van de ondergrond naar de bovenlagen van de bodem en zorgen met hun weer afstervende holle stengels voor beluchtingsgaten in de grond. Ook de melkveehouder zou blij moeten zijn met paardenbloemen, want voor koeien zijn ze bijzonder gezond. Niet alleen bevatten ze veel vitamine C, maar zijn ze ook een vorm van krachtvoer en goed voor de spijsvertering. Kortom, een plant om te koesteren.

Ik kijk naar de paardenbloemen in mijn tuin, pluk een donzige pluizenbol, blaas en denk: zo’n bijzondere plant kan misschien toch ook wel een wens doen uitkomen!

Elka Le Mair

Elka Le Mair

Elka heeft Rechten gestudeerd maar heeft dat niet afgemaakt. Ze heeft in de zorg gewerkt, veel vrijwilligerswerk gedaan en drie kinderen opgevoed. Tegenwoordig werkt ze als vrijwilliger bij IVN en in een plaatselijk voedselbos. Ze houdt van schrijven, werkt aan haar eerste kinderboek en woont met man en kat in Wijk bij Duurstede.

Deel de post:
Facebook
LinkedIn
Twitter
Pinterest
WhatsApp

Gerelateerde berichten