De essentiële rol van regenwormen

Dat regenwormen nuttig zijn, is veel mensen wel bekend. Tijdens de biologieles of bij gelegenheid van een natuurexcursie leerden we over het geheimzinnige, in de bodem woelende wezentje. Velen is ook bekend dat als je een worm abusievelijk doorklieft bij het graven in de grond, er twee kronkelende delen overblijven, die gewoon voort lijken te leven. Minder bekend zal zijn dat Darwin al experimenteerde met wormen en aantoonde dat wormen intelligente dieren zijn. Inmiddels blijkt uit onderzoek dat wormen een essentieel onderdeel vormen van het complexe systeem van de bodem, want belangrijk zijn wormen absoluut. Voor een gezonde bodem en mogelijk ook voor klimaatadaptatie.

Vijf miljoen in een hectare

De betekenis van de worm lijkt op het eerste gezicht futiel ten opzichte van het geheel van het mondiale biosysteem. Wie inzoomt op de bodem, ziet een heel ander beeld. In grasland leven onder gunstige omstandigheden vijfhonderd wormen per vierkante meter. Dat zijn zo’n vijf miljoen wormen in een hectare, wat neerkomt op twee à drie koeien per hectare aan biomassa! Nederlandse graslanden kennen veel grotere wormdichtheden dan bossen of akkers. En wat Darwin al wist: wormen zijn complexe en gevoelige wezens die een belangrijke bijdrage leveren aan het voedselsysteem. Alleen al in Nederland leven minstens dertig verschillende soorten. Wereldwijd zijn circa zesduizend soorten bekend. De eerste conclusie is dan ook: dé regenworm bestaat niet.

Misverstand

 

Roos van de Logt

Wormendeskundige Roos van de Logt, onderzoeker bij het Louis Bolk Instituut, dat zich richt op duurzame landbouw, voeding en gezondheid, studeerde biologie in Wageningen. Tijdens haar studie had de richting Bodembiologie haar interesse, vanwege de sterke overlap tussen biologie en landbouw. De onderzoeksvraag van haar praktijkonderzoek was hoe een ‘regulier’ bos het beste kan worden omgezet in een ‘voedselbos’. Welke methoden zijn er om de bodem te verbeteren? Dat wormen daarbij een essentiële rol kunnen spelen, was al snel duidelijk. Als Roos vertelt, openbaart zich al snel een fascinerende beeld van de regenworm en de grotere betekenis van dit weinig zichtbare diertje. Ook sneuvelt meteen het cliché dat wie zo’n worm met een schop in tweeën klieft, twee levensvatbare wormen heeft gecreëerd.

Roos: ‘Het is de vraag die mij het meest gesteld wordt. Het is een absoluut misverstand. Bij een worm zit aan de ene kant van het lijf de kop met de organen, waaronder vijf “harten” – een soort “knopen”, waar het systeem op draait en dat het wormenbloed rondpompt. Ook beschikken wormen over hersentjes en organen voor reproductie. De rest bestaat uit staart, met daarin heel veel darm. Dus als je per ongeluk een worm in tweeën splijt, betekent dat in de meeste gevallen een wisse dood.’

Drie groepen

De dertig in Nederland bekende soorten zijn ruwweg onder te verdelen in drie groepen. Roos vertelt: ‘Allereerst heb je de strooiselwormen. Dit zijn rode wormen, die in de strooisellaag óp de bodem leven en tot een diepte van tien à twintig centimeter ondergronds voorkomen. Het rode pigment beschermt tegen zonlicht. De strooiselworm speelt een grote rol bij de vertering van organisch materiaal. Zo voorkomen ze dat gras door ophoping van afgestorven blaadjes “vervilt” en zichzelf daarmee verstikt. De tweede categorie zijn de bodemwormen. Deze zijn grijzig, eten van de bodem en poepen die achter zich uit. Zo zorgen ze voor het losser maken van de grond. Als laatste onderscheiden we de pendelende wormen, die in meerdere soorten zijn onder te verdelen. Een van deze pendelende regenwormen, de Lumbricus terrestris of grote blauwkopworm, graaft diepe verticale gangen en verbindt zo het grondoppervlak met diepere bodemlagen. In extreme gevallen gaan die wel twee meter diep. Pendelende regenwormen verplaatsen veel organisch materiaal. Ze verzamelen het aan het bodemoppervlak en nemen het in hun lichaam mee naar de ondergrond. Zo zorgen ze voor beluchting, waterinfiltratie en vormen ze een snelweg voor plantenwortels.’

 

Foto: Nico Eisenhauer

Hermafrodiet

Roos: ‘Een worm kent beperkingen, zo beschikken ze niet over ogen, maar dat wordt op een andere manier gecompenseerd. Wormen hebben wel zintuigen: lichtgevoelige cellen die verspreid zijn over hun hele lichaam waarmee ze kunnen ervaren of het donker is of licht. Ze hebben ook cellen die gevoelig zijn voor chemische prikkels. Als een plek ‘te zuur’ is, gaan ze binnen hun bescheiden actieradius op zoek naar gebieden waar het meer basisch is. Als wormen geslachtsrijp zijn, ontstaat een zichtbaar ringetje achter de kop, ook wel ‘zadel’ genoemd. Wormen zijn hermafrodieten: na een succesvolle paring kunnen beide regenwormen eitjes produceren, ook wel cocons genoemd. Ze kunnen niet zichzelf bevruchten.’

Land van Ons en gezond grasland

De worm voelt zich niet overal senang en heeft duidelijke voorkeuren. Je zou kunnen zeggen dat de worm zich uitstekend thuis voelt bij extensieve boerenbedrijven zoals die van Land van Ons. Intensieve, kerende bodembewerking verstoort en beschadigt regenwormen. Ook de continuïteit van het voedselaanbod is belangrijk. Zo zie je bijvoorbeeld dat bij langdurige maisteelt de regenwormenpopulatie afneemt in aantal en diversiteit, doordat er weinig aanbod van organisch materiaal óp de bodem is. Permanent grasland kan de grootste dichtheden aan regenwormen huisvesten, omdat de bodem niet verstoord wordt en er doorlopend voedsel beschikbaar is. Ook houden veel soorten wormen van vaste mest. Een gebalanceerde bodem is dan ook van groot belang voor wormen en daarmee voor de biodiversiteit. Extensievere bodems herbergen vaak meer en verschillende soorten regenwormen. Wormen vormen op hun beurt een belangrijke schakel in voedselketen. Voor mollen, vogels, egels, vossen en dassen zijn ze een geliefd maaltje.

Klimaatnood

Met het veranderende klimaat dringen zich ook andere aspecten van de worm naar voren. Met zijn diepe verticale gangen is het met name de pendelende worm die infiltratie van water in de bodem versnelt, waarmee het diertje de waterbergingscapaciteit verhoogt. Dat is van groot belang voor de klimaatbestendigheid van de bodem. Kan de pendelaar ook actief door mensen worden ingezet?

Roos: ‘In een veldproef in het onderzoeksproject KLIMAP is getest of pendelende regenwormen kunnen worden uitgezet in graslanden waar zij niet of niet meer voorkomen. We hebben op graslandpercelen stalen cilinders in de grond gebracht waarin pendelende regenwormen zijn uitgezet. Na zeven maanden bleek de overleving 32 procent, die na vijftien maanden was gereduceerd tot 6 procent. Wel vonden we nakomelingen van de geïntroduceerde wormen. Dat laat zien dat deze worm in staat is om langere tijd na introductie te overleven en nageslacht te produceren. Al met al concluderen we dat er potentie is voor pendelende regenwormen in grasland op zandgrond. In vervolgonderzoek wordt nu gekeken hoe bestaande pendelende regenwormen kunnen worden gestimuleerd en de introductie kan worden geoptimaliseerd.’

Slotsom

Onopgemerkt verzetten wormen enorm veel werk. De macht van het getal speelt daarbij een grote rol. De urgentie om te zorgen voor leefomstandigheden die de worm in al haar talrijkheid en soortenrijkdom optimaal bedient, is groot. Land van Ons lijkt daarmee op de goede koers door in te zetten op biodiverse landbouw.

Johanna van der Werff, 16 januari 2023

Coverfoto:  Ellen van Schravendijk

Deel de post:
Facebook
LinkedIn
Twitter
Pinterest
WhatsApp

Gerelateerde berichten