Kees Sijbenga, biologisch-dynamische legkippenboer en akkerbouwer, is pachter van ons perceel Holtesch bij Hooghalen, ons eerste perceel aangekocht in maart 2020. We spreken Kees ruim vijf jaar later, aan het eind het jaar waarin we ons eerste lustrum vierden. Wat hebben we sinds de aankoop bereikt met dit perceel? En wat kunnen we er de komende jaren nog meer bereiken?  

Diepwortelende gewassen 
‘Als Land van Ons dit perceel niet had gekocht, dan was het waarschijnlijk naar een gangbare akkerbouwer gegaan om er rooigewassen als aardappelen en bieten in monocultuur op te verbouwen. Voor rooigewassen moet je diep de bodem in waardoor je die verstoort’, vertelt Kees. ‘Dus dat is de eerste winst van de aankoop: wij zijn namelijk gelijk begonnen met strokenteelt van gewassen zoals boekweit, granen en lupine. Dat zijn gewassen die diep wortelen. Dit verbetert de bodemstructuur. Je kunt ze zaaien en oogsten zonder dat je diep de bodem in hoeft. Je laat daarbij de bodem dus intact. Sterker nog: het zijn gewassen die het bodemleven juist helpen. Ook het bovengrondse leven heeft er baat bij: denk alleen al aan de bloeiende boekweit en lupine voor de bestuivers.’  

Boekweit herintroduceren 
‘Dat willen wij ook!’ riep Land van Ons medeoprichter Franke Remerie destijds toen hij Kees benaderde om de Holtesch te gaan beheren en de strokenteelt op zijn andere land zag. En het idee om boekweit te gaan telen en daarmee te herintroduceren in Nederland kwam ook van Franke. Kees ging het allemaal doen op de Holtesch. Die boekweit en granen van de Holtesch hebben inmiddels hun weg gevonden in de vorm van mooie producten in de webshop van Land van Ons Bovendien is Kees voorzitter geworden van De Boekweit Coöperatie Nederlandse Boekweit die een jaar geleden met financiële steun van Land van Ons is opgericht om de teelt, verwerking en afzet van Nederlandse boekweit verder te ontwikkelen. Inmiddels zijn zo’n 50 boeren aangesloten. 

‘Kijken naar de bodem als geheel’ 
Hoe weet je of de bodem werkelijk vooruitgaat? ‘Wormen tellen laat ik aan anderen over´, zegt Kees. ‘Ik kijk naar de bodem als geheel. Is die los genoeg, maar niet te los. Zitten er plantenresten in, ruikt en voelt de grond goed? Ik kijk naar het totale plaatje, dat moet kloppen’, legt Kees uit. ‘Om de biodiversiteit op het perceel verder te versterken, is een keverbank aangelegd. Niet alleen goed voor kevers, maar ook voor allerlei andere insecten en daarmee weer voor dieren verderop in de voedselketen. Op dit toch al wat voor boeren onpraktisch gevormde perceel is een keverbank niet iets waar je als boer direct baat bij hebt, want je moet eromheen met je trekker. Maar dat hoort er bij Land van Ons natuurlijk wel bij.  

Voorbeeld voor andere boeren’ 
Op de vraag hoe Kees naar de komende jaren kijkt, antwoordt hij: ‘Als we de patrijs hier na dertig jaar weer zien, dan hebben we echt winst geboekt met het herstel van de biodiversiteit. Die hoort helemaal thuis in het Drentse landschap. Verder hoop ik dat we met onze gewassen nog veel meer mooie producten voor de leden van Land van Ons kunnen maken. Tenslotte hoop ik dat de Holtesch een voorbeeld is voor andere boeren om te gaan werken aan een toekomstbestendige landbouw. Want het moet gewoon anders en met alleen technische innovaties gaan we het niet redden. We moeten meer samenwerken met de natuur. Dat is beter voor de toekomst.’