Minder bemesting en anders maaien leidt tot snelle verandering in de plantensamenstelling: minder Engels raaigras en verdubbeling van kruiden en vlinderbloemigen in 4 jaar. Dit blijkt uit onderzoek van Fleur van Duin promovenda bij Naturalis Biodiversity Center en Universiteit Leiden en Aidan Hiemstra, MSc. student Universiteit Leiden op tien stukken grond van perceel Oud-Ade van Land van Ons.  

Onderzoek Land van Ons samen met universiteit Leiden 
In 2021 is het intensieve landbeheer op Oude Ade veranderd in extensief landbeheer: minder bemesting en anders maaien. Vanaf 2020 verzamelden we gegevens over de soorten die groeien op de stukken grond. Met als vraag: ‘Verandert de diversiteit van de plantengroei?’ In de twee grafieken kun je de verandering zien in de plantengroei sinds er is overgegaan op extensief landbeheer (rode lijn). 

Minder Engels raaigras, verdubbeling kruiden en vlinderbloemigen 
Op het land is de groei van Engels raaigras duidelijk afgenomen. De bedekking met dit gras is na één jaar extensief landbeheer bijna gehalveerd (Figuur 1). In het tweede jaar neemt de groei weliswaar weer iets toe, maar daarna neemt deze opnieuw verder af. De totale grasbedekking daalt en kruiden en vlinderbloemigen, zoals klaver en wikke, vervangen het gras. De bedekking van de stukjes grond met deze planten is na 4 jaar meer dan verdubbeld: van ongeveer 10% naar ongeveer 20%.  

Figuur 2 toont de veranderingen in de plantengroei in de oevergebieden. Wat we in de oeverplotjes zien verschilt sterk van wat we in de landplotjes zien. Er staan in de oeverplotjes veel meer kruiden en er is een grotere diversiteit aan grassen.