Labyrint in boerenland

Tachtig procent meer natuur door geschakelde perceelranden

Als we de randen van de huidige landbouwpercelen op enkele meters brede landschapselementen aanleggen, zoals knipheggen, struweelhagen, knotbomen, bloemrijke slootranden, graskruidenstroken of plasdrasoevers… Dan neemt de biodiversiteit met tachtig procent toe! Zo blijkt uit Brits onderzoek, zegt Jaap Dirkmaat, directeur van Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (VNC). De Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (VNC) wil ‘Nederland weer mooi maken… En dan vooral ons agrarisch cultuurlandschap; het boerenland’. Directeur Jaap Dirkmaat vertelt dat dit al aardig lukt in de gebieden waar zij boeren ‘ontzorgen’. Door de aanleg en onderhoud van landschapselementen op en vooral rond hun percelen. ‘Tien jaar geleden is daar in de Ooijpolder mee begonnen en inmiddels zijn er diersoorten terug die op “de rode lijst” staan. De kracht van deze aanpak is dat we de boeren “gewoon” hun gang laten gaan op de percelen. We bemoeiden ons dus niet met de gangbare landbouwpraktijk, maar waren vooral geïnteresseerd in het randenbeheer. Deze landschapselementen zijn aangelegd in een gesloten netwerk, waar dieren zich doorheen verplaatsen, even schuilen of zich vestigen. Het aanleggen en onderhouden van deze landschapselementen is een relatief goedkope manier om in korte tijd een grote verbeterslag in biodiversiteit en landschapsaankleding te maken.’

Boeren bereid

Dirkmaat durft te stellen dat het oude agrarische cultuurlandschap van weleer een grotere rijkdom aan biodiversiteit bezat dan de destijdse ‘ongerepte’ natuur. ‘Dat rijke landschap van een eeuw geleden ontstond door puur functioneel ingrijpen door individuele boerengezinnen. Zij ontgonnen stukje bij beetje de woeste gronden en maakten daar landbouwpercelen van, die zij omhaagden, omwalden en waar zij drinkpoelen maakten voor het vee. In feite ontstond zo door toeval een rijkgeschakeerd landschap waar we nu met nostalgie op terugkijken, met voldoende schuilplekken en afwisseling in luwte (vocht en warmte). Dat zorgde voor een hoge biodiversiteit.’   Volgens Dirkmaat willen boeren best meewerken aan het oplappen van verpauperde landschapselementen als ze daar goed voor betaald worden, ook voor het onderhoud. ‘Het ligt dan voor de hand om eerst de nog aanwezige maar verpauperde landschapselementen op te knappen (bijvoorbeeld een rijtje overgebleven bomen) en met elkaar te verbinden, waardoor zij hun ecologische functie kunnen hervatten. Het Aanvalsplan Landschap van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel voorziet daarin in. Dat kost wat grond, maar levert al snel andere rijkdom op. Omwonenden zullen dat meteen waarderen. Hopelijk werkt dit herstel aanstekelijk voor andere boeren en grondgebruikers, en breidt het aantal landschapselementen zich dan als een olievlek uit.’

Ook op ‘onze’ percelen?

‘Ik denk dat Land van Ons een goede slag maakt als ze doorgaat met hun 250 hectare grond te omzomen met landschapselementen en die zo veel mogelijk aan te sluiten op andere natuur’, erkent Dirkmaat. VNC zet haar expertise, middelen en lobbykracht in verschillende regio’s en gebieden in. Zoals in Zuid-Limburg, waar erosie wordt bestreden met de aanleg van graften en hagen. Of de Maasheggen, waar oude heggenpatronen worden hersteld. Maar ook het coulisselandschap in Twente en in het verleden de Friese Wouden. En dus ook in de Ooijpolder, naast Duffelt het gebied waar de Land van Ons-boerderij De Biesterhof in ligt. Onze boer Howard reageert dat afgelopen jaar ongeveer drie km struweelhaag en heg over het perceel van De Biesterbos is aangeplant, samen met Via Natura en agrarische natuurvereniging De Ploegdriever. Met VNC zijn we in contact over het anticiperen op de eventuele komst van een groot zonnepanelenpark (100ha) pal naast de Biesterhof. Jaap Dirkmaat neemt daarin het voortouw met het ontwikkelen van een groenblauwe dooradering van ruim 15 kilometer landschapselementen, als onderdeel van 50 hectare hoogwaardige natuur. Het succes van de westelijke Ooijpolder hoopt daar Dirkmaat te herhalen. ‘Door het ontwerp te maken, het plan te realiseren en 25 tot 30 jaar onderhoud te garanderen, hebben we de meeste invloed op de functie die het moet vervullen. De grond voor zowel de zonnepanelen als de natuur zullen van de boeren gepacht worden… Wij zijn geen fan van dit park, maar zorgen ervoor dat als het er wel komt, de natuur in ieder geval op elkaar aansluit.’ In Ooijpolder en Duffelt zijn door de groenstroken de veldleeuwerik, de grutto, de kievit en de patrijs weer gesignaleerd. Dassen, bevers, hazen, reeën, bunzingen en ook de vos verplaatsen zich via de heggen en sloten en vinden er nieuwe, permanente woonplaatsen en ook de otter is weer present in de Ooijpolder. Zie ook hier.  
Deel de post:
Facebook
LinkedIn
Twitter
Pinterest
WhatsApp

Gerelateerde berichten