Interview met Matthijs Schouten
Tekst en beeld: Maria Steur
Matthijs Schouten, ecoloog, natuurbeheerder, filosoof. In dienst van Staatsbosbeheer en buitengewoon hoogleraar bij Universiteit Wageningen. Hij is 68 jaar en een drukbezet man. Het kostte even tijd om hem aan de telefoon te krijgen om naar zijn visie op natuurbeheer te luisteren.
Het was moeilijk om u aan de telefoon te krijgen.
Ja, dat klopt. In coronatijd hebben mensen veel tijd om na te denken over duurzaamheid en er zijn ontzettend veel organisaties die zich hierover buigen. Er zijn nogal wat groepen die hierover aan het nadenken zijn en waarmee ik in gesprek ben.
Kent u Land van Ons?
Jazeker. Tot op zekere hoogte had ik ervan gehoord.
U houdt zich bezig met duurzaamheid. U hebt in een interview gezegd dat het meer moet gaan over de ‘binnenkant’ van duurzaamheid. Kunt u dat uitleggen?
Als ze over duurzaamheid praten gaat het meestal over de buitenkant. Daar bedoel ik mee dat het gaat over nieuwe technieken, beleidsontwikkelingen en al dat soort zaken. Zonder twijfel heel belangrijk. Maar als we niet werkelijk van binnenuit betrokken zijn bij, laat ik zeggen het welzijn van het leven, van de planeet, dan heb ik het gevoel dat dat lang niet genoeg is.
In al die klimaatovereenkomsten worden prachtige afspraken gemaakt en dan gaan we gewoon door zoals we het altijd deden.
Neem nou het nieuwe landbouwbeleid in Brussel, mensen weten allemaal dat landbouw een enorme invloed heeft op de biodiversiteit, maar in Brussel zijn ze niet werkelijk betrokken. Ze zijn er daar nog niet van overtuigd dat wij mensen werkelijk moeten veranderen.
Wordt er niet te veel gekeken naar geld verdienen, naar de economie?
Ja, dat is een enorme weeffout die in onze samenleving ontstaan is. Dat economie alleen maar gaat over materiële welvaart. Ecologie en economie hebben dezelfde wortel. Ze hebben allebei te maken met het Griekse woord oikos dat huis/huishouding betekent.
Economie is daarvan losgeraakt en het welzijn van het huis, de wereld waarin wij leven, staat niet meer voorop. Economie zou moeten bijdragen aan het welzijn van de hele samenleving en niet alleen de menselijke. Het gaat alleen nog maar over groei van welvaart in plaats van welzijn. Dat is een heel ander verhaal. Daar zijn we totaal op gefixeerd geraakt. Economie is nu de groei van het bruto nationaal product, heel eenzijdig. Worden we er gelukkig van?
Denkt u dat op dit moment mensen al aan het veranderen zijn en meer werkelijk betrokken raken?
Ik blijf bij alles optimistisch. Alleen moet ik wel zeggen, toen ik las dat hoe het Europees Parlement heeft gestemd over het landbouwbeleid, had ik wel een paar slechte dagen.
Moeten veranderingen niet altijd van onderaf komen in plaats van bovenaf? Vanuit het individu of kleine groepen?
Zeker. Ik ben altijd in contact met heel veel jongeren, met studenten. Bij hen zie je heel nieuwe wereldbeelden, maar ze zijn nog niet aan de macht, zal ik maar zeggen. Het dringt nog niet ver genoeg door. Het oude denken heeft nog heel veel invloed, terwijl ik vind dat we toch wel een beetje haast hebben.
Wat vindt u van het initiatief van het Land van Ons?
Ja, dat vind ik fantastisch! Dat is zoals u zegt van onderop. Een van de belangrijkste factoren in de achteruitgang van de biodiversiteit is de landbouw. Als we een manier kunnen vinden om de landbouw te hervormen, winnen we ontzettend veel. Alle initiatieven die proberen een andere manier van landbouw uit te voeren met oog voor de natuur zijn ongelooflijk belangrijk.
U houdt zich meer bezig met natuurbeheer dan met landbouw?
Natuur heeft veel verschijningsvormen.
Je hebt natuurlijke landschappen waar de mens weinig invloed gehad heeft, maar je hebt ook half-natuurlijke, waar cultuur en natuur samengaan.
Onze traditionele landbouw voerde tot half-natuurlijke landschappen en de biodiversiteit was daar enorm rijk. Soms rijker dan in de natuurlijke landschappen. De biodiversiteit is heel lang gebonden geweest aan het samengaan van natuur en landbouw. De landbouw heeft daar een enorme invloed op gehad.
We moeten natuur en menselijke cultuur zoveel mogelijk verweven. Met de landbouw, met de stedenbouw, met de ruimtelijke ordening. Zodat natuur altijd in onze omgeving aanwezig blijft. Land van Ons past daar precies in. Er zijn plekken waar je de natuur gewoon aan de natuur moet overlaten. Dat zijn de grote natuurreservaten, in mijn ogen. Maar er zijn plekken in onze leefomgeving waar mens en natuur een soort partnerschap moeten aangaan.
Heeft u adviezen voor Land van Ons?
Natuurbehoud is zo’n conservatief woord en ‘biodiversiteit’ zo afstandelijk. Alsof het alleen maar over het tellen van soorten en grafieken gaat. Er is meer nodig. Als je weet dat het niet goed gaat met de biodiversiteit en als je weet dat het niet goed gaat met de natuur, dan zit het wel in het hoofd maar nog niet in het hart.
Als grafieken de wereld hadden kunnen redden hadden ze dat allang gedaan. Natuur gaat niet alleen het om het aantal soorten maar ook over schoonheid in ons leven.
Toch ben ik door al deze termen en misschien wel zorgelijke grafieken als leek betrokken geraakt bij Land van Ons.
Dan doet u het goed! Het punt is dat u het doet omdat u betrokken bent. Hoe spreken wij over natuur? Over processen en soorten, populatiegroottes, technologieën. Dan mis je poëzie, schoonheid en een gevoel van verbinding. Die zetten wellicht meer tot handelen aan.
Ik blijf altijd benadrukken dat íedereen een verschil kan maken. Ik zie meer en meer, ook bij jongeren, machteloosheid, het idee dat ze er toch niets meer aan kunnen doen. Dat vind ik zorgelijk. Het systeem, de multinationals, de politiek. Ik roep altijd: één stoeptegel weg en je hebt de aarde geholpen. We moeten laten weten dat iedereen er echt toe doet. Ik blijf optimist. Ik hoop alleen dat het in de toekomst een beetje gaat versnellen.