Nieuwe bewoners op Hoeve de Roebol
Hoeve de Roebol in Hasselt krijgt komende zomer nieuwe bewoners. Het huidige boerenechtpaar Aalberts heeft Robert en Klarieke Kuiper als opvolgers aangewezen. Dit jonge echtpaar nestelt zich binnenkort in het achterhuis en op termijn zullen zij het ‘stokje’ van Freddie en Erna Aalberts overnemen. Daarmee krijgt dit goed draaiend biologisch melkveebedrijf, met voorbeeldig weidevogelbeheer, dan toch een vervolg.
Veertien jaar geleden zetten Freddie (63) en Erna al concrete stappen voor bedrijfsopvolging. Twee keer strandde de samenwerking met veelbelovende opvolgers.
‘We hadden een bord met “Te Koop” aan de weg kunnen zetten, dan zou het bedrijf hoogstwaarschijnlijk weer “gangbaar” worden en zou twintig jaar investering in actief bodemleven en een grote weidevogelpopulatie verdampen’, voorspelt Freddie.
Erna en Freddie benaderden verschillende organisaties, en Land van Ons hapte als eerste toe. ‘We hadden er wel eens over gehoord en de drone-filmpjes van percelen op internet gezien. Eenmaal in gesprek kwamen de gemeenschappelijke belangen al snel op tafel: boerenland vol leven onder en boven de grond’.
Freddie is gewend om met (natuur)organisaties samen te werken en erkent dat dat niet altijd makkelijk of logisch gaat. Hij pacht onder andere 47 ha uiterwaarden van Staatsbosbeheer en provincie en ervaart dat de beheerregels elkaar nog wel eens in de wielen rijden of dat het beheerbeleid snel wisselt. Hij noemt een paar voorbeelden van ecologische vallen waarbij met de beste bedoeling een averechts effect wordt bereikt (zie verderop in dit artikel).
Eerste klik
Afgelopen voorjaar werd bekend dat Land van Ons Hoeve de Roebol ging aankopen: ruim 32,2 ha weidegrond met opstal en de pachtrechten van circa 60 ha uiterwaarden met botanisch beheer.
De helft is inmiddels gekocht en binnen een jaar komt ook de rest op naam van Land van Ons te staan. De volgende stap was er nieuwe boer(en) voor te vinden, want Freddie en Erna gaan over aantal jaren met pensioen. Een oproep aan de potentiële boeren in de ‘kaartenbak’ van Land van Ons leverde vijf enthousiaste reacties op. De motivatie van eigenlijk alle kandidaten was indrukwekkend: (meest) jonge boeren met echte passie voor natuurinclusieve landbouw.
Na twee selectierondes bleven er twee koppels over. Zij liepen een aantal keren met Freddie en Erna mee om hen goed te leren kennen en na te denken over deze levensbepalende beslissing.
Uiteindelijk viel de keuze op Robert en Klarieke. ‘Twee gedreven mensen die weten wat ze willen, daar goed over nadenken, maar ook de handen uit de mouwen steken’, beschrijft Freddie hen.
Omschakelen
Robert (25) hielp al jong zijn opa op diens melkveebedrijf, niet ver van Hasselt. Vanaf zijn vijftiende werkte hij elke zaterdag en alle vakanties bij een boer in de buurt.
‘Misschien wel een gekke kronkel: hard werken zonder uitzicht op een eigen bedrijf’, erkent Robert. ‘Je kunt het ook “een passie voor boeren” noemen’, vult zijn echtgenote Klarieke aan. ‘Je zit vrijwel elke avond met een vakblad of de laptop op de bank om je te verdiepen in koeien en landbouw. Dan vertel je ineens enthousiast over een ontdekking.’ Klarieke erkent dat ze als pedagoge niet alles van Roberts interesses snapt, maar dat ze met wat doorvragen samen verschillende ideetjes hebben omarmd of afgeschoten.
Robert koos na het vwo voor de hogere landbouwschool in Dronten. Hij blijkt niet alleen leergierig, maar ook open-minded. Met vijf vrienden vormen ze een soort studieclubje. Elke vrijdagavond komen ze bij elkaar om letterlijk over koetjes en kalfjes te praten. Ondanks dat ze alle vijf zijn opgegroeid met ‘gangbare’ landbouw, gaan hun gesprekken regelmatig over alternatieve vormen van landbouw. ‘We sluiten onze ogen niet voor de negatieve effecten van het streven naar een hoge productie. De afgelopen tijd spraken we vaker over de mogelijkheden om “vriendelijker” te boeren.’
Inmiddels werken drie vrienden nu biologisch. Robert doet dat nu nog als bedrijfsleider op een biologisch melkveebedrijf in Lelystad, maar vanaf de zomer dus als boer op de eveneens omvangrijke Hoeve De Roebol met 85 melkkoeien.
Vrijwilligers welkom
Klarieke is bezig met de overstap naar een school voor speciaal onderwijs in de buurt. Ze ziet het helemaal zitten om binnenkort op de boerderij in Hasselt te gaan wonen. ‘Ik ben graag buiten, met m’n vingers in de grond.’
Ook het meer samen zijn lonkt: ‘Nu moet Robert altijd een stuk rijden voordat hij bij zijn koeien is, straks stapt hij vanuit huis zo de stal in. Als ik vrij ben dan zijn we altijd samen, Robert is immers altijd thuis!’ De plannen zijn nog pril, maar Klarieke verheugt zich op een bloemen- en groentetuin op het erf. De producten zou ze aan huis kunnen verkopen, want er komen nu al mensen om het vlees van de maandelijkse ‘huisslachting’ af te halen.
Straks prijkt er een perceelbord van Land van Ons op de dijk, de aanloop die dat teweeg brengt ziet Klarieke met gepaste gastvrijheid tegemoet. ‘We werken graag samen met vrijwilligers en hopen op belangstelling van deelnemers, mits we gewoon ons werk kunnen blijven doen.’
Robert oppert het idee om een Instagrampagina te open waarop ze nieuwtjes plaatsen zoals een pasgeboren kalfje, jonge weidevogels, een bijzondere plant. ‘Wij delen de feiten en daar krijgen we ongetwijfeld kennis voor terug, zo versterken we elkaar.’
Freddie vult aan dat extra vrijwilligershanden ook zeer welkom zijn. ‘Ik maak mij geen zorgen over de levensvatbaarheid van dit bedrijf, maar de grootste valkuil is de factor arbeid. Op een natuurinclusief bedrijf heb je meer werk te doen. Bijvoorbeeld het uitsteken van zuringplanten in de wei, een mooie klus om met een groepje vrijwilligers te doen.’ Klarieke zou wel vrijwilligers in willen schakelen om de aanblik van de boerderij te verfraaien.
Vallen en opstaan
Robert is niet alleen door zijn vrienden van gedachten veranderd over de landbouw. Ook de stage bij een adviesbureau voor kringlooplandbouw opende hem de ogen: ‘zo kan het dus ook’.
Echt fan van biologische landbouw, met name generatieve beweiding, werd hij door een stage in Ierland. De melkveehouder daar haalde een goede productie ondanks dat hij veel weidegras ‘verloren’ liet gaan. De koeien krijgen elke dag een vers stukje weidegrond, maar dan wel met fors doorgegroeide vegetatie van meer dan een halve meter hoog.
‘Het is de bedoeling dat de koeien een derde van het gras opeten, een derde vertrappen en de rest kan doorgroeien voor de volgende beweiding. Het gras dat vertrapt wordt, dient als voeding van het bodemleven.’ Afgelopen jaar is dit stripgrazen op perceel Oud Ade beproeft.
Robert zou dit beweidingsysteem graag ook op De Roebol proberen. Freddie hoort de wens met gemengde gevoelens aan. ‘Ik heb het vijftien jaar geleden geprobeerd, maar ben er weer mee gestopt omdat de variatie in (smakelijke) grassen steeds verder achteruit ging. De koeien vonden het gras op een gegeven moment niet meer lekker, vooral door het hoge aandeel kweekgras. We zullen het er eens over hebben.’
Ecologische vallen
Freddie boert inmiddels 40 jaar op het bedrijf, waarvan 20 jaar op biologische wijze, dus zonder gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Biologisch blijkt lang niet altijd logisch. Zie de bovenstaande ervaring met regeneratief beweiden, maar het blijkt ook uit de verschillende ‘ecologische vallen’ die Freddie noemt.
‘Soms werken ecologische verbeteringen elkaar tegen. Als je bijvoorbeeld in een kaal weidegebied struiken en bomen aanplant zou dat goed kunnen zijn voor de biodiversiteit, maar gaat dat ten koste van de weidevogelstand. Want de predatoren kunnen zich daarin prima verschuilen en zich te goed doen aan de weidevogels. Hier op de graslanden van de uiterwaarden groeit de zeldzame kievitsbloem. Omdat deze plant er niet goed tegen kan, mogen we op dit grasland geen vaste mest uit rijden. We houden ons netjes aan de regels van dit zogenaamde botanisch beheer, maar maken ondertussen de grond ongeschikt voor weidevogels.’
De boodschap van Freddie is helder: niet alles wat goed en mooi is aan natuur kan op hetzelfde perceel. Je moet goed nadenken over welke natuurwinst, biodiversiteit, je wilt bereiken. Vervolgens daar een keuze in maken en er aan vast houden en niet steeds wisselen van ambitie in natuurwinst.
Weidevogelsucces
Freddie heeft de 32 hectare poldergrond achter De Roebol ingezet voor weidevogelbeheer. Daarop zijn alle maatregelen gericht: gebruik van vaste mest, die voor veel bodemleven (vogelvoedsel) zorgt. Handhaven van lage ‘kale’ begroeiing om roofdieren geen schuilgelegenheid te bieden. Aanleggen van plas-dras om het met name de grutto (moddervogel) naar de zin te maken.
Freddie haalt daarvoor een ‘kunstgreep’ uit. ‘Op twee hectare grasland liggen twee plas-drassen, bij eentje ervan staat een waterpompje (op zonne-energie) dat zorgt dat de plek ook in droge periodes nat blijft.’ De weidevogels doen het goed op de boerderij, op de percelen broeden onder andere wulp, tureluur, kievit en grutto.
Ook andere grondgebruikers in de Mastenbroekerpolder hebben de afgelopen jaren plas-drassen aangelegd, er liggen er inmiddels 150. Volgens Freddie blijft de weidevogelstand het beste op peil als de populatie niet te klein is, daarvoor is oppervlakte nodig, en aandacht. Als Robert hem steeds meer werk op het erf uit handen gaat nemen, krijgt Freddie meer tijd voor zijn rol als weidevogelcoördinator binnen de Agrarische Natuurvereniging Camperland.
Een impressie van de boerderij en de twee boeren echtparen is hier te zien.
Steven Berendsen