Mei 2022
Howard en Claudi met hun schapen – foto: Ted van Hees.
1. Schapen ophalen in Beneden-Leeuwen
Er is een wei. Er zijn schapen. Die wei heeft jong en vers gras. De schapen houden van vers sappig gras. De wei beslaat zo’n 17 ha van Burgerboerderij De Biesterhof bij Millingen. De schapen lopen op boerderij Dalenshof in Beneden-Leeuwen. De sappige wei van De Biesterhof ligt te wachten op de schapen van Dalenshof.
Zo hebben de eigenaar van Dalenshof, Ko van der Heijden en zijn zoon en vennoot Roy en de pachters van De Biesterhof, Howard Koster en Claudi Rudorf dat bedacht. En zo krijg ik op maandag 21 maart een telefoontje van Howard of ik weet of iemand in de groep vrijwilligers van Land van Ons een vrachtwagenrijbewijs heeft. En of die woensdag 23 maart beschikbaar is om schapen van Beneden-Leeuwen naar Millingen te brengen. Nou, euh, niet meteen…. Ik kan het bestand van ruim vijftig vrijwilligers nalopen en kijken of daar iemand bij zit. Maar ik heb die de afgelopen maanden geregeld doorgekeken en herinner me niet iemand met zo’n ervaring. Een mail naar die mensen? Dat gaat te lang duren, vrees ik, als het al wat oplevert.
Ik denk wel aan een andere mogelijkheid: een kennis die ik laatst met succes vroeg of hij met zijn bus met aanhangwagen een Afghaans gezin kon helpen verhuizen. En meteen daarna: mijn jongere broer Freek, die heeft een vrachtwagenrijbewijs en is bedreven in het rijden met zijn caravan. Ik bel eerst Freek, maar die kan woensdag en de rest van de week niet, alleen op dinsdag, morgen dus.
Dan bel ik Howard en ook Ko en die zoeken uit of dinsdag lukt: dat kan. Erg leuk om dat met Freek te doen, bedenk ik.
Jeep met trailer met Freek aan het stuur – foto: Piet Levering.
Google maps leert me dat Dalenshof naar Biesterhof 45 km is in 45 minuten. Ik pik Freek op in Heesch en om iets over 9 staan we bij Ko op het erf. Hij laat ons de schapen zien, 21 zwart-bonten en een paar bruine met zestien lammetjes, pas geschoren; en een oude, maar degelijk sterke Jeep met laadbak en met een trailer voor veevervoer. Het blijkt nog een hele kunst om alle 37 dieren in de trailer te krijgen. Een aantal schapen laten zich gedwee de trailer in drijven, volgens Ko omdat ze uit ervaring weten dat dit vers gras in het vooruitzicht stelt. Ko’s zoon Roy is er gelukkig om enkele onwillige schapen in de hoek te drijven en met hun pakweg 60 kilo op te pakken en in de trailer te zetten. Sommige lammetjes laten zich evenmin moeilijk vangen – ze proberen elke keer weer weg te glippen, maar uiteindelijk lukt het me ook het laatste lam te pakken te krijgen. De lammetjes komen op de eerste verdieping met, voor hun rust, enkele moederschapen. Ik schrik er in eerste instantie van hoeveel schapen er in de trailer worden gepropt. Ko legt ons uit dat ze juist dicht tegen elkaar aan moeten staan, dat is het veiligste bij het vervoer. Ko instrueert ons de werking van de elektrische schrikdraad, de accu enz. en we laden alles in de achterbak van de Jeep.
Zo gaan Freek en ik rustig op weg met achter ons het lawaai van de blatende schapen en mekkerende lammetjes. De kortste weg loopt door Nijmegen via de Graafseweg en de Oranjesingel richting de Ooijpolder en de Duffelt. Op het bomvolle Keizer-Karelplein horen we onze luidruchtige passagiers boven het verkeerslawaai uit. Zo rijden we tegen een uur of twaalf de polder in.
2. Schapen uitladen op de Biesterhof
Als we op de Biesterhof aankomen, staat daar een klein ontvangstcomité. Naast Howard en Claudi maar liefst drie fotografen. Ik had Piet Levering, die een groepje van vier andere fotograferende vrijwilligers coördineert, laten weten dat er die ochtend misschien mooie plaatjes te schieten waren. Piet zelf is er met zijn camera, evenals Trees Hoekman, maar ook Okke-Jan Oosterhof met zijn drone. Zij schieten enkele van de foto’s bij dit stuk.
Hhmm, we willen eruit, lekker vers gras – foto: Piet Levering.
Freek rijdt het land op om uit te komen bij de schuur achter het huis. Daar zetten we met vereende krachten een eerste provisorische omrastering neer, waarop Freek de trailer zo achteruit inparkeert dat de schapen meteen het gras op kunnen. Freek en ik halen de hekken los, zetten die aan weerszijden van de afloopplank. Als de eerste schapen de sappige wei ruiken dartelen ze de een na de ander naar buiten. Een voor een helpen we daarna eerst de schapen van de eerste verdieping op de loopplank en daarna de lammetjes. Dat geeft een kakofonie aan geblaat en gemekker, maar zodra ze het gras ruiken, hebben ze betere dingen te doen. Enkele lammetjes maken vreugdesprongetjes in hun nieuwe wei.
Howard neemt de leiding in het uitrollen van een tweede veel ruimere afrastering, die we vervolgens vastzetten, ruim om de eerste heen. Een voorbijfietsende jongeman stopt, biedt zijn diensten aan en wordt meteen ingelijfd. Het blijkt een inwoner van Millingen, die net zoals Howard parttime aan de universiteit in Wageningen werkt. Als het tweede hek staat – Freek test of er elektriciteit op staat en oei dat klopt – zetten we er op aanraden van Howard een nog wijder hek omheen. Dan kunnen ze een weekje of zo vooruit met grazen, zo legt hij uit. Het is mooi weer, de zon schijnt uitbundig, het gras is groen en sappig. De lammetjes rennen rond in de wei dat het een lieve lust is; sommige lijken op zoek naar de uiers van hun moeder die mogelijk de tocht naar de Biesterhof hebben gemist.
3. Schapen overleven regen en kou
Maar dan slaat het weer om: het wordt koud, gaat ’s nachts vriezen, en vooral heel erg nat. Het regent aan een stuk door met lage temperaturen. Boer Koster heeft er slapeloze nachten van. De schapen waren al vroeg geschoren want ze zouden het wel eens te warm kunnen krijgen. Nu dreigt het tegendeel. Ze vinden nauwelijks beschutting bij de schuur, die hen alleen enigszins uit de wind houdt. Het gestaag vallende hemelwater maakt de bodem daar modderig.
‘Onze’ boeren vinden een tijdelijke oplossing door een provisorische schuilplaats te creëren. Ze lenen bij overbuurman Anton Remy een platte kar, waar ze landbouwplastic omheen aanbrengen. Eronder leggen ze om de paar dagen droge, verse stro. De 37 schapen hokken er eendrachtig samen. Zo blijkt een van de eerste zorgen van onze jonge boeren het grillige natte weer in maart en niet zozeer de bescherming van de schapen tegen de in de polder eerder gesignaleerde wolf of goudjakhals.
Land van Ons is blij met alle bedrijvigheid op de 25 ha die boeren Howard en Claudi in die eerste maand ontplooien. Ze zijn hun proefjaar op 1 maart voortvarend van start gegaan. De eerste stappen op weg naar een boerderij met meer biodiversiteit, een gezondere bodem en een fraaier en gevarieerder landschap zijn gezet. De zeven ha maïsakker is licht omgeploegd en ingezaaid met spelt, gerst en baktarwe met daaromheen een halve ha huttentut. Vooral dat laatste vergeten gewas is goed voor de biodiversiteit en levert bovendien een lekkere (sla)olie op. Land van Ons heeft vorig jaar de oogst van enkele andere percelen daarvan goed kunnen verkopen. De jonge scheuten op de akker blijken de plots ingevallen vorst goed te hebben doorstaan. Rond het gehele perceel heeft Howard een strook van 6 meter gefreesd om dat in te zaaien met een kruidenrijk bloemen mengsel.
Provisorische beschutting tegen regen en kou – foto: Piet Levering.
Die eerste ervaringen laten evenwel ook zien dat de bebouwing voor een zelfs kleine boerderij schromelijk tekortschiet. De noodvoorziening voor de schapen biedt geen permanente oplossing. Er is bovendien nauwelijks ruimte voor opslag. Dat neemt niet weg dat de schapen en lammeren het prima doen. In deze tweede week van april dartelen ze weer vrolijk in de wei. Ze groeien als kool, hoor ik boerin Claudi zeggen. Overbuurman Nico de Witt van Groot Zeeland verkoopt het lamsvlees graag als lokaal product in zijn supermarkt in Beek. Dat brengt ook een van de andere doelen van Land van Ons dichterbij: voedsel zoveel mogelijk uit de eigen omgeving, de korte keten.
Ted van Hees, Nijmegen, 11 april 2022