Interview: Philippe Terheggen

“Er is nog veel te doen bij Land van Ons”

Interview met Philippe Terheggen, voorzitter bestuur Land van Ons

We zijn van plan elke maand een interview met een van de nieuwe bestuursleden te plaatsen. We beginnen met onze voorzitter.

Wie de introductie van de nieuwe bestuursleden op MijnGrond heeft gelezen, weet dat onze nieuwe voorzitter op veel plekken in Land van Ons vrijwillig actief is geweest: coördinator percelen, kwartiermaker, begeleider van kwartiermakers en meer.

Waar komt deze man vandaan, wat drijft hem?

Philippe heeft in Leiden medische biologie en geneeskunde gestudeerd. Hij promoveerde in 1987, op zijn 31-ste, op de relatie tussen cytostatica (anti-kankergeneesmiddelen) en DNA. Meteen na zijn promotie bij prof. F.J. Cleton ging hij bij het Nederlands Kankerinstituut werken. De wetenschappelijk directeur daar, Leo den Engelse, zei op zijn eerste werkdag: ‘Als jij nou eens het laboratorium runt?’
‘Zo kwam ik,’ vertelt hij ‘heel snel, te snel misschien, in aanraking met dingen organiseren, mensen en middelen. En zo ging het van “kwaad tot erger”, ik ging steeds meer dingen regelen en dat vond ik echt leuk. Mensen organiseren en motiveren dat is echt wel een beetje mijn ding. De wetenschap had ik hoog zitten, maar ik twijfelde, ik wist eigenlijk niet wat ik wilde. Al tijdens mijn promotieonderzoek dacht ik, dat werken op de vierkante millimeter, is dat nou wel iets voor mij? En toen ik eenmaal de smaak van dat organiseren te pakken had, ben ik in 1990 overgestapt naar Elsevier. Ik vond het geweldig dat ik bij een wetenschappelijke uitgeverij de wetenschap kon steunen. Ik heb daar duizend-en-één wetenschappers ontmoet, veel Nobelprijswinnaars en de meest knappe mensen van de wereld.’

Hij begon in 1990 als junior redacteur bij Elsevier, klom op tot wereldwijd directeur van boekenproductie, werd in 2009 vice-president publishing en in 2013 algemeen directeur voor alle tijdschriften. Dat laatste bleef hij bijna 10 jaar. ‘Het zijn heel enerverende tijden geweest. Elsevier was pionier van de digitalisering. Toen ik er kwam waren alle publicaties nog van papier. Ons concern was de grootste papiergebruiker van de wereld! Begin jaren 2000 waren al onze tijdschriften gedigitaliseerd! En daar kwam een hele ICT-ontwikkeling achteraan, medische software, analytics, AI, machine learning, et cetera, nu de corebusiness van RELX waar Elsevier onderdeel van is.’
Philippe loopt niet te koop met zijn corporate ervaring. Het kost moeite om uit hem te krijgen welke plaats hij innam in de hiërarchie (met een handvol collega’s net onder de CEO) of aan hoeveel mensen hij de laatste tien jaar leiding gaf: meer dan duizend.

Waarom stopte hij bij de uitgeverij?

‘Toen ik bijna 65 was had ik 30 jaar bij Elsevier gezeten, ik dacht “ik wordt er toch ooit uitgegooid. Een of twee opvolgers – deels eigen kweek – staan al klaar.” Tijd om nog eens iets heel anders te gaan doen. Ik was al een keer wetenschapper geweest en ik dacht het lukt vast om mezelf weer een klein beetje opnieuw uit te vinden. Ik kreeg aanvankelijk allerlei corporate aanbiedingen, maar die bedrijven redden zichzelf wel. Ik besloot om me te focussen op vrijwilligerswerk in een not-for-profit-organisatie. Ik hoefde er geen geld mee te verdienen, maar wilde maatschappelijk zinvol werk doen.’

Waarom Land van Ons?

‘Ik ben een natuurliefhebber en een vogelaar, en best wel actief. In de polders zit er vaak gewoon niks, weet je. In de trek kun je, als je wat geluk hebt, wat troepen ganzen zien neerstrijken, maar het is zo verarmd. Als je naar het buitenland gaat, in de goede tijd van het jaar, dan zie je echt overal in de bermen en de weiden bloemen staan. Dat zie je in Nederland niet meer. Ik weet nog dat het gewoon was dat je overal bossen botenbloemen kon zien, klaproos, akkerwinde, noem maar op. Door de stikstofdruk zijn die bijna helemaal weg.’
‘Me daar actief voor inzetten, kwam bij mij relatief laat, zo’n zeven jaar geleden pas. Geleidelijke bewustwording. Ik ben geen early adopter. Sindsdien komt er bij ons thuis alleen in het weekeind vlees op tafel en dan liever kip en vis dan rund en varken.’
‘Bij Elsevier heb ik een rol gespeeld om het energiegebruik serieus omlaag te brengen, verder dan het Parijse akkoord. Het is een internationaal bedrijf, dus er werd enorm veel gevlogen: dat hebben we echt gehalveerd! Ik kom nog weleens ex-collega’s tegen die mopperen dat ze binnen Europa met de trein moeten, maar ze zijn er ook trots op.’

‘Nee, ik lig niet echt wakker van de klimaat-, biodiversiteits-, voedsel-, energie- en noem maar op crisis. Al die dingen hangen met elkaar samen, het is een enorm complex en divers probleem. Dan zijn er wel meer dingen waar je wakker van kan liggen. Ik vind het wel heel erg urgent: we hebben ongeveer een generatie om dit beter te doen, hè? Dat is het. We kunnen al niet meer goedmaken wat we verpest hebben. Dat is bedrukkend. Het is een heel sombere wolk.’
‘Het gaat over dingen die de menselijke geest maar heel moeilijk kan omvatten: het gaat te langzaam, het is ver weg, het is onzichtbaar. Onzichtbaar in de zin van: hoeveel mensen kunnen tien vogelsoorten noemen of bloemen? Die klaprozen en vogels die weg zijn worden door veel stedelingen niet eens gemist!’

‘Maar desondanks ben ik ook hoopvol. Ik ging laatst naar de boekpresentatie van Jessica den Outer. Dat ging over juridische rechten voor natuurgebieden. Ik dacht dat ik daar – zoals meestal – allemaal grijsharige of kale mensen zou aantreffen. Maar niets was minder waar! Ik was daar een van de weinige 50-plussers, verder allemaal 20-ers en 30-ers! Heel veel jongeren die ik spreek willen zinvol werk doen, willen zingeving, willen een bijdrage leveren. Dat wil ik ook. Zo ben ik bij Land van Ons terecht gekomen.’

‘Er is nog een hoop te doen bij Land van Ons.’

‘Een daarvan is: hoe komen we in de hoofden van de mensen die misschien deelnemer willen worden? En hoe houden we ze vast en niet alleen betrokken maar ook gemotiveerd om evangelisten van Land van Ons te worden? En de uitstroom, de deelnemers die niet verlengen, daar moeten we ook mee aan de slag. Een voorbeeld zijn de ongeveer 2000 deelnemers die er twee jaar geleden bij kwamen nadat wij ons hadden bemoeid met het plan om een datacentrum op prachtige landbouwgrond te vestigen in Zeewolde. Veel van hen hebben niet verlengd. Wie zijn die mensen eigenlijk? Zou het niet mooi zijn als we dat cohort nog één keer één update konden geven om te proberen hen aan ons te binden? Daarvoor hebben we ook wat marketing-technologie nodig, en die bestaat.
We gaan de interne organisatie versterken, wat natuurlijk vooral neerkomt op verder bouwen op wat er al is. We kunnen de onderlinge cohesie versterken door bestuursleden niet voor één, maar bijvoorbeeld voor drie sectoren verantwoordelijk te maken. Dan kun je daar al je stekker in elkaars stropcontacten steken. Er zijn natuurlijk meer speerpunten waar we het nog maar een paar keer over hebben gehad, we zijn maar net begonnen en hebben een hoop te doen.’

Flip Schrameijer

Deel de post:
Facebook
LinkedIn
Twitter
Pinterest
WhatsApp

Gerelateerde berichten