Ons bestuurslid Fike van der Burght

We doen in plaats van praten, toch gaat de transitie te langzaam

Dit is het vierde in een reeks maandelijkse interviews met onze nieuwe bestuursleden.

Wat wil je dat we van je weten?

Als een rode draad door mijn leven loopt het zelf organiseren van dingen die ik belangrijk vind. Dat begon met bouwen voor de buurt in de stadsvernieuwing in de Amsterdamse Pijp en zette ik door met het kraken van mijn eigen woning. Begin jaren negentig ben ik bij de gemeente Amsterdam gaan werken. Al snel kwam ik te werken bij het Projectmanagementbureau, dat zich bezig hield met woningbouw en aanleg van straten en parken. Mijn eerste grote project als projectmanager was in de Westelijke Tuinsteden. Daar heerste grote armoe en de huizen en het Rembrandtpark waren zwaar verwaarloosd. De gedachte was dat door woningen te verbeteren, het vanzelf beter zou gaan met de inwoners. Nu denk ik dat daar meer voor nodig is.

Na 25 jaar bij de gemeente Amsterdam gewerkt te hebben en na de zoveelste reorganisatie, vroeg ik me af hoe het zou zijn bij andere gemeentes. Mijn eerste klus als zelfstandige was de Haarlemmermeer voor te bereiden op de omgevingswet. Mijn laatste grote opdracht was als gebiedsregisseur Oosterwold. Dat is een groot ontwikkelproject tussen Almere en Zeewolde, rond 2010 bedacht door Adri Duijvestein als wethouder van Almere. Het is een bijzonder experiment, waarbij mensen de vrijheid krijgen hun eigen huis én hun eigen buurt te ontwerpen. Met als belangrijke voorwaarde dat de helft van de grond ingericht wordt voor stadslandbouw: een moestuin, een voedselbos of wijngaard. Veel is goed gegaan: er staan prachtige huizen met vruchtbare moestuinen en de bewoners organiseren er hun eigen kinderopvang, festivals en buurtruimtes. Maar er gingen ook dingen mis. Bij het ontwerp van je straat denk je niet snel aan een ‘keerlus’ voor vuilniswagens of de brandweer of aan parkeerplaatsen voor bezoekers.

Hoeveel zorgen maak jij je over de achteruitgang van het klimaat en de biodiversiteit?

Landschapspijn ervaar ik echt. Ik kom vaak in de Achterhoek en daar zie ik hoe elke vierkante centimeter benut wordt voor de landbouw. Het gecultiveerde land loopt helemaal door tot de slootrand en dan gaat er een steile wand naar beneden. Er zijn nauwelijks restgrondjes met onkruid waar een haas een leger kan hebben, een kievit rustig zijn nest kan hebben; alles wordt benut. De mest die geïnjecteerd wordt, het eentonige raaigras, afgewisseld met maisvelden, ja, daar word ik verdrietig van. Wat zijn we aan het doen met onze aarde? En dan zie ik van die borden staan met ‘farmers for food’, maar boeren produceren helemaal niet ons voedsel, ik geloof dat 80% voor de export is, dus waar hebben we het over? Wat ik heel mooi vind van Land van Ons, is dat we proberen iets te doen, niet alleen te praten maar ook reëel de transitie van de landbouw vorm te geven. En dat is wel ingewikkeld, Flip. Het gaat te langzaam.

Wat is er ingewikkeld aan?

Nu, vandaag de dag, is ingewikkeld dat landbouwgrond de afgelopen twee jaar sterk in prijs is gestegen. In een groot deel van het land is die wel met 30% of meer omhoog gegaan. En dat komt onder meer doordat koeienboeren vanwege de stikstofbeperkingen meer land per koe nodig hebben. Hun oplossing is om meer land op te kopen in plaats van minder koeien te nemen, wat een betere oplossing zou zijn.

Een van de discussiepunten die ik in mijn korte tijd als bestuurslid Aankoop ontmoet, is dat leden vragen stellen over de aankoop van grasland. Onze biologen vertellen dat voor de biodiversiteit een kruidenrijk grasland heel hoog scoort. En dat je voor kruidenrijk grasland beesten nodig hebt die dat gras kort houden door het te begrazen. In Nederland zijn dat vaak koeien. Maar ja, koeien hebben ook nadelen, dus hoe gaan we daarmee om?

Die landschapspijn voel ik ook, maar bij mij is die sterk verbonden met het grotere probleem van de dreigende verwoesting van de aarde en de klimaatcrisis. Hoe ligt dat bij jou?

Alles hangt met alles samen, maar focus is belangrijk. Ik volg de uitwerking van de richtlijn ‘water en bodem sturend’ die het kabinet heeft gekozen voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland. Dat wordt met de mond beleden maar is nog heel ingewikkeld om uit te voeren. Als je ziet hoe er gebouwd wordt, ook in de winterbeddingen van rivieren… En hoe weinig groen er in de steden wordt ingepland; ja dan zijn we toch niet goed bezig.

Maar ik vind het wel lastig om dat te koppelen aan Land van Ons. We moeten zorgen dat we niet gaan stapelen: wij zijn er voor de transitie van de landbouw en het versterken van de biodiversiteit en van de landschapselementen. Als je veel andere strijdpunten erbij haalt dan verzuip je, denk ik.

Wat ga je doen als bestuurslid?

We zitten in een bijzondere fase als Land van Ons, na het succes en de groei van de eerste vijf jaar. Het is een soort kantelpunt van ‘groots en meeslepend’ naar consolidatie. Hoe doen we dat zonder het enthousiasme en de betrokkenheid te verliezen? Dat vind ik een belangrijk aandachtspunt voor ons als bestuur. Een heel erg leuk bestuur, als ik dat tot slot mag zeggen: mensen met een grote betrokkenheid, die wat weten en wat kunnen. Het is überhaupt verrassend hoeveel kennis, kunde en betrokkenheid er is bij Land van Ons. Dat geeft hoop voor de toekomst!

Tekst: Flip Schrameijer

Deel de post:
Facebook
LinkedIn
X
Pinterest
WhatsApp
Threads

Gerelateerde berichten