Ik ben gefascineerd door overgangen van land naar water. Soms zie je niet waar het land stopt en het water begint. Broekbossen, bijvoorbeeld, of de uiterwaarden die in de zomer droog staan, maar in de winter soms overstromen. Het is mooi om te ervaren dat de natuur zich niet aan de tweedeling van de mens houdt. Voor de natuur bestaat er vaak helemaal geen vaste grens tussen land en water. Dan sta je ineens met je laarzen in het water terwijl je dacht dat daar toch echt land was!
Zo zie je dat het hele ecosysteem in de sloot omvalt. Een deel van de planten en dieren sterven af. Zij worden afgebroken door bacteriën. Deze gebruiken op hun beurt veel zuurstof waardoor ook het zuurstofgehalte in het water verder afneemt. Zonder zuurstof in het water is er geen leven meer mogelijk voor platen en dieren in de sloot.
Waterkwaliteit bijhouden
De waterkwaliteit van kleine sloten wordt nauwelijks bijgehouden door de overheid. Dat is opmerkelijk, omdat deze watergangen de haarvaten van het watersysteem vormen. Ga maar na, als alle kleine sloten die afwateren op een beek vervuild zijn, dan is de beek uiteindelijk ook vervuild. Vanaf 2019 is met behulp van vrijwilligers een landelijk project uitgevoerd waarin de waterkwaliteit van vele sloten is bekeken (Vang de Watermonsters). De resultaten laten helaas zien dat in de meeste landbouwsloten de waterkwaliteit erg slecht is.Voedingsstoffen en bestrijdingsmiddelen
De slechte waterkwaliteit in de landbouwsloten hangt samen met vele factoren. Het slootwater is vaak vervuild met bestrijdingsmiddelen en meststoffen uit de landbouw. Bestrijdingsmiddelen zijn vaak schadelijk voor organismes in de sloot. Deze zijn immers gemaakt om (specifieke) dieren, planten en schimmels te doden. Niet alle voedingsstoffen die via (kunst)mest in de bodem komen worden opgenomen door de gewassen. Een deel van deze nutriënten spoelt met de grondwaterstromen mee naar het slootwater. Daardoor wordt de voedselrijkdom in het water sterk verhoogd. Een aantal soorten planten en dieren vindt dit heerlijk. Algen en kroos zullen sterk groeien. Hierdoor wordt het water troebel en komt er te weinig licht bij de onderwaterplanten. Deze kunnen dan afsterven. De schuilplaatsen en het voedsel dat deze planten boden voor ongewervelden en vissen zijn nu verdwenen. Daar kunnen alleen nog een aantal soorten (die van voedselrijk water houden) zoals bijvoorbeeld brasem en sterrekroos leven. De andere soorten worden verdrongen waardoor de biodiversiteit sterk afneemt.
Uit- en afspoeling van voedingsstoffen naar het oppervlaktewater. (Bewerkte afbeelding van de STOWA.)
Hydrologie van de boerensloot
Veel sloten zijn zo gemaakt dat ze het water zo snel mogelijk afvoeren. Dat is erg handig in natte tijden, wat deze gebieden geschikt gemaakt voor hoogproductieve landbouw. De sloten hebben vaak steile oevers om zo min mogelijk ruimte in te nemen. Hierdoor is de overgang van land naar water erg abrupt. Dit gaat eigenlijk in tegen een natuurlijk verloop. Natuurlijke watergangen kennen namelijk lokale verschillen in hoogte, breedte en stroomsnelheid. Doordat onze sloten er overal hetzelfde uitzien ontbreken deze verschillen. Daarmee blijven planten en dieren die bij deze verschillende leefgebieden horen ook weg. Tot slot worden oevers vaak kort gemaaid, waardoor het leefgebied voor planten en dieren afneemt.De oplossingen
Op de percelen van Land van Ons zijn we altijd op zoek naar manieren om biodiversiteit te ondersteunen. Daar hoort ook de biodiversiteit in, op en rond het water bij. Het belangrijkste wat we kunnen doen om de waterkwaliteit te verbeteren is minder mest en bestrijdingsmiddelen gebruiken. Ook zijn er manieren om ervoor te zorgen dat de voedingsstoffen beter worden opgenomen en niet in de bodem blijven hangen, zoals precisiebemesting. Dat houdt in dat men op het juiste moment, op de juiste plek de juiste hoeveelheid mest geeft. Ook kun je tussen de sloot en het gewas bufferstroken aanleggen waar geen bestrijdingsmiddelen worden gebruikt en geen bemesting plaatsvindt. Hierdoor wordt de uit- en afspoeling naar het slootwater van deze stoffen verminderd; de zone werkt als een buffer. Voedingsstoffen worden opgenomen door de planten in de zone en komen daardoor niet in de sloot terecht. Als op deze slootkanten inheemse bloemen en kruiden gaan groeien, kan dit de boer helpen plagen tegen te gaan. De natuurlijke vijanden van plaagdieren hebben namelijk vaak stuifmeel nodig om te overleven. De bloeiende bufferzones zorgen ervoor dat deze plaagbestrijders zich beter thuis voelen. Door het gebruik van specifieke mengsels van planten is het zelfs mogelijk om specifieke bestrijders aan te trekken. Dit is vooral voor akkerbouwers een mooie manier om samen met de natuur te werken.
Voorbeeld van natte bufferstroken. (Uit een nieuwsbericht van de Unie van Waterschappen.)