Het verdwijnen van insectensoorten

Eind 2017 verscheen er een alarmerend Duits onderzoek dat aantoonde dat het aantal insectensoorten sinds 1989 met 76 procent is afgenomen. 76 procent! Ik was net zo verbijsterd als de onderzoekers geweest moeten zijn. Na publicatie van het onderzoek barstte de kritiek los, er waren vast verkeerde metingen gedaan. Maar elk onderzoek dat volgde onderschreef deze conclusie. Hoe komt het toch dat insectensoorten zo in aantallen zijn afgenomen?

Al in 1962 luidde Rachel Carson de noodklok over de achteruitgang van de levende natuur in haar roemruchte boek Silent Spring. DDT was destijds een veelgebruikt pesticide. Carson toonde aan dat DDT bijzonder schadelijk was voor het milieu omdat het slecht afbreekbaar was en dat het schadelijk was voor dier én mens omdat het spul zich ophoopte in vetten. Ze waarschuwde dat we levenloze lentes zouden krijgen als we pesticiden zouden blijven gebruiken. Tien jaar na de publicatie van Silent Spring werd DDT verboden in de Westerse wereld, maar de weg naar dode lentes bleek al ingeslagen…

Dave Goulson, hoogleraar biologie in Sussex, was nauw betrokken bij het Duitse onderzoek in 2017 en was verbijsterd over de resultaten. In 2021 schreef hij daarom een vervolg op Silent Spring genaamd Silent Earth. Het is een somber makend boek over actuele milieuproblemen en welk effect die hebben op insecten. Een van de meest verontrustende hoofdstukken gaat over hoe wij onze grond vergiftigen, onder andere met pesticiden.  

Voorstanders van pesticiden beweren vaak dat moderne pesticiden veiliger zijn dan de middelen van weleer. Maar Goulson schrijft: ‘Net als DDT zijn neonicotinoïden neurotoxinen, die op de hersenen van een insect inwerken. […] Ze zijn alleen zevenduizend keer zo giftig voor bijen als DDT. 2 kilo DDT (die ongeveer 74 miljoen honingbijen doodt) inruilen voor 10 gram van een neonicotinoïde (die ongeveer 2,5 miljard honingbijen doodt) is geen stap in de goede richting.’

Waar planten vroeger bespoten werden met DDT, worden tegenwoordig de zaden van planten gecoat met een laagje neonicotinoïden. De coating lost op in de vochtige bodem en het zaad moet dat gif opzuigen, waarna het gif zich door de hele plant verspreidt. Mij leek dat een enorme verbetering ten opzichte van het willekeurig spuiten van DDT, maar Goulson schrijft: ‘Alles wat zich over alle delen van de plant verspreidt, verspreidt zich ook in het stuifmeel en de nectar.’ En nog erger…

Toen hij dat gif ging onderzoeken, kwam hij een onderzoek tegen van Bayer, dé producent van neonicotinoïden. Daaruit bleek dat de hoeveelheid coating die door het gewas wordt opgenomen zo’n 5 procent is. Waar blijft de overige 95 procent? vroeg Goulson zich af. 1 procent blijkt weg te waaien tijdens het zaaien en de overige 94 procent verdwijnt in de bodem én in ons grondwater. Via het grondwater tast het vervolgens ook wilde planten aan. Zo trof de Spaanse onderzoeker Cristina Botias neonicotinoïden aan in de bodem van akkerranden en in de nectar en het stuifmeel van klaprozen, bramen, berenklauw, viooltjes, vergeet-me-nietjes en distels.

Inmiddels zijn veel neonicotinoïden verboden in Nederland. Telers mogen het alleen nog gebruiken in kassen. Maar de afgelopen jaren zijn er nieuwe pesticiden op de markt gekomen. De meeste zijn krachtige neurotoxinen met dezelfde eigenschappen als neonicotinoïden. Ook hiervan wordt gezegd dat ze ‘veiliger’ zijn. Goulson: ‘Insecticiden doden álle insecten, niet alleen de insecten waarvoor ze zijn bedoeld, wat de dubbeldenkers die landbouwgif produceren je ook willen doen geloven. Geen wonder dat de wilde natuur in zwaar weer verkeert, want alle planten en dieren op het platteland moeten ermee leren leven dat ze keer op keer met gif te maken krijgen.’ Veel boeren gebruiken ook nog eens verschillende landbouwgiffen door elkaar, deze cocktail is zowaar nóg dodelijker.

Hoe vreselijk dit ook is, het is maar een van de vele oorzaken van de achteruitgang van insectensoorten. Wie het aandurft moet zeker Silent Earth lezen. Gelukkig laat Goulson daarin ook zien hoe we met eenvoudige maatregelen insecten kunnen helpen. Een grote stap in de goede richting is om inheemse (en liever nog regionale) biologische zaden te kopen, bijvoorbeeld bij Cruydt Hoeck of De Bolster.

Marijke Wempe

Marijke Wempe

Marijke werkt als freelance redacteur van non-fictieboeken en studeerde Media en Informatiemanagement in Amsterdam. Ze woont met man en kat in Groningen.

Portret: Koos Dijksterhuis

Deel de post:
Facebook
LinkedIn
Twitter
Pinterest
WhatsApp

Gerelateerde berichten