november 2021
Na de boekweitteelt van vorig jaar is de Holtesch dit jaar in stroken ingezaaid met baktarwe, lupine en huttentut. Tarwe en lupine zijn bekend, maar huttentut verdient wat meer uitleg. De Latijnse benaming is camelina sativa en andere Nederlandse namen zijn dederzaad, vlasdodder of vlasdotter. Het gewas, familie van de kool, doet het goed op arme gronden, bloeit rijk en is aantrekkelijk voor bijen. Het is één van de oudste cultuurgewassen in Nederland. Ruim voor het begin van onze jaartelling werd het al verbouwd.
Nadat de Huttentut in april ingezaaid was, kon het half augustus gedorst worden. Daarna volgde er een proces van schonen en drogen, dat enige weken in beslag nam. Half oktober was het zover: in vijf grote balen werd het zaad vervoerd naar Ee in Friesland om het daar te laten persen. Jaap Wilman, een echte ambachtsman die het persen op zich nam, was zeer te spreken over de kwaliteit van het zaad. De geperste olie wordt in vaten opgevangen om later te bottelen. Deze olie is rijk aan Omega 3-vetzuren en antioxidanten en heeft een nootachtige smaak. Naast het gebruik in de keuken wordt hij ook gebruikt als cosmeticaproduct. Het is een olie die snel in de huid trekt en geschikt is voor alle huidtypes.
Kortom, huttentut is een veelbelovend en bijzonder gewas: goed voor de wilde bijenstand, geeft een olie met eigenschappen vergelijkbaar met olijfolie en is in Nederland te produceren. De pulp die na het persen overblijft is rijk aan eiwitten en geschikt als veevoer. We zien uit naar de eerste flesjes huttentutolie, vanaf begin december te koop in de webshop!