Ons bestuurslid Hans Vloemans

Geen grote woorden maar zaken organiseren en beter maken

Dit is het derde in een reeks maandelijkse interviews met onze nieuwe bestuursleden.

Je hebt jezelf eerder voorgesteld in MijnGrond en daar schrijf je dat je 33 jaar gewerkt hebt als financieel bestuurder in de entertainment-business in de Benelux en in de kantoorautomatisering. Dat maakt nieuwsgierig.

In onze tijd heette dat eerste de grammofoonplatenindustrie. Toen ik van de HEAO kwam, werd ik door een vriendje gebeld die wel een baantje voor me wist. Dat was bij een accountantskantoor en daar ben ik, voor ik het wist, aangenomen. Na vijf jaar als assistent-accountant kwam er een fusie met een veel groter kantoor en gingen ze aan onze arbeidsvoorwaarden knabbelen. Ik had een klant en dat was RCA-records, de platenmaatschappij van Elvis Presley. Die zocht een financieel directeur. Ik was 29 en dan is het wel leuk om in die wereld terecht te komen, artiesten ontmoeten naar concerten gaan en m’n verzameling ‘geluidsdragers’ groeide ook wel heel hard. We hadden David Bowie onder contract, het eerste concert van de Eurythmics meegemaakt, later U2, Prince… Nee, Prince en Bowie heb ik niet ontmoet, maar Stevie Wonder en Lionnel Richie wel, ik ben ook een keer met Lou Reed in Amsterdam uit eten geweest in de Oesterbar op het Leidseplein.

Ik heb dat werk tien jaar gedaan. De business stagneerde, ik werd wat ouder en ik zag daar ook weinig carrièreperspectief. Ik ben om me heen gaan kijken en zo ben ik toevallig in de kantoorautomatisering terechtgekomen bij een bedrijf dat na heel veel fusies en overnames Ricoh heette. Ik was financieel directeur Benelux. Omdat je ernaar vraagt: € 600 miljoen omzet, 2500 werknemers. Het is wat anders dan de muziek, maar samenwerken met anderen en samen iets proberen voor elkaar te krijgen, maakt het boeiend. Of het nou daar is of in de muziekindustrie.

Hoe kom je van het bedrijfsleven en het streven naar winst bij een maatschappelijk doel en in de landbouw?

Winst is een doelstelling, maar niet de enige. Een fatsoenlijk personeelsbeleid is dat bijvoorbeeld ook. Binnen de  pensioenstichting was ik voorzitter en ik voerde als bestuurder het overleg met de Nederlandse ondernemingsraad en vakbonden. Beide constructief overleg in goede sfeer, is ook wel makkelijker als de resultaten goed zijn.

Ik bemoeide me al eerder met goede doelen maar toen ik met pensioen ging kreeg ik daar meer tijd voor. Vooral voor Wakibi, een stichting voor micro-financiering. Daar was ik eerder al bij betrokken geraakt doordat ik een artikel las in de NRC. Kort daarna heb ik contact gekregen met iemand die bezig was het Amerikaanse Kiva te vermarkten in Nederland. Ik heb geholpen Wakibi te maken tot wat het nu is. Eerst zat ik in de Raad van Advies, later was ik penningmeester. Bij die micro-kredieten denk ik meteen aan betrokkenheid bij economische ongelijkheid, antikolonialisme en Jan Pronk.

De meeste mensen denken aan Maxima, een kwestie van smaak, haha, en leeftijd ook… Ik wil het niet mooier maken dan het is, maar de jaren zestig heb ik bewust meegemaakt en ik draag graag bij om – zeg maar – de wereld een beetje mooier te maken.

En zo word je mede-initiatiefnemer van Wakibi.

Nou, initiatiefnemer… Die eer laat ik graag aan de oprichter. Dat zeg ik omdat ik, denk ik, geen creatieveling ben maar wel redelijk goed ben in organiseren en het verbeteren van zaken. Dat heb ik tien, elf jaar bij Wakibi gedaan en nu ik overgestapt ben naar Land van Ons hoop ik dat ook hier te doen. Het vrijwilligerswerk bij Wakibi was wat te veel routine geworden en het was ook afstandelijk omdat het zich allemaal buiten Europa en buiten mijn gezichtsveld afspeelde. Dat is het leuke van Land van Ons, alles is voelbaar, zichtbaar, tastbaar.
Je staat er letterlijk met de voeten in de klei. Dat heb ik bij ons bezoek aan Oud Ade gemerkt: ik had de verkeerde schoenen aan!

En aan de reden om juist voor Land van Ons te kiezen ga je geen grote woorden besteden, zoals biodiversiteits- of klimaatcrisis.

Nee, inderdaad. Maar ik maak me daar wel zorgen over, niet voor mezelf maar wel voor m’n kinderen. Het rapport van de Club van Rome staat nog bij mij in de kast en sinds verschijnen wordt het allemaal steeds concreter.

Concreet, voelbaar en tastbaar, dat past goed bij jou en ook bij je rol als penningmeester, of niet?

Als penningmeester zeker. Van mij mag het bij de coöperatie nog wel wat transparanter. Zo is er nog geen Raad van Toezicht of een ledenraad. En we zeggen nog te weinig over de financiële en andere resultaten die we willen halen. Daarover zou ik graag, behalve in verhalen en plaatjes, meer cijfermatig verantwoording willen afleggen.

Tot slot zou ik willen zeggen dat ik het mooi vind dat Land van Ons een coöperatie is met 27.000 leden en dat ik met mijn functie als vrijwilliger wil bijdragen aan de missie ‘meer biolandbouw en biodiversiteit’. De functie doe ik ook voor de leden, dus iedereen kan me bellen of mailen.

Tekst: Flip Schrameijer

Deel de post:
Facebook
LinkedIn
X
Pinterest
WhatsApp
Threads

Gerelateerde berichten