Meer dan driehonderd bezoekers trok de open dag van Land van Ons in Oud Ade. Wat hen vooral opviel was hoe snel het landschap veranderd was met de nieuwe aanpak.
Ruimte was er genoeg op het perceel van 33 hectare, maar de vrijwilligers en pachters stonden toch even te kijken toen er deze maand een dikke driehonderd mensen afkwamen op de open dag. Zoveel hadden ze er niet verwacht. “Het was lekker druk”, blikt Ton Gordijn van het perceelteam van Land van Ons terug.
De bezoekers kwamen op een gespreid bedje. In de bijna zomers aanvoelende zon was een rondwandeling uitgezet die hen langs dertien punten op het terrein bracht. Bij elk stond een van de pachters of een vrijwilliger klaar om uitleg te geven. Over de cranberries die hier worden geteeld, de stripbegrazing waarbij koeien dagelijks een vers strookje gras krijgen of over de sloten die volop worden beplant met bedreigde en eetbare planten. Er was zelfs een insectensafari.
Druk was het natuurlijk bij het rijstveld, een experimenteel strookje teelt dat deze lente is aangeplant en volop het nieuws haalde. De scheuten waren flink gegroeid de afgelopen maanden, al is de oogst nog niet om over naar huis te schrijven. “Het is een experiment”, zegt Gordijn nuchter. “Daar leren we weer van. En we hebben wel wat korrels geoogst, die worden weer gebruikt voor volgend jaar.”
Zelf stond Gordijn bij het punt op de route waar de biodiversiteit aandacht kreeg, een van de speerpunten van Land van Ons. ‘Hoeveel soorten kun je hier vinden in een straal van vier meter om je heen?’ daagde hij zijn bezoekers uit. De schattingen liepen uiteen van honderd tot honderdvijftig, maar als ze vervolgens moeten kijken en turven valt dat flink tegen. “Het was toch wel speciaal, mensen hadden heel andere verwachtingen”, zegt Gordijn.
De verschillende grasrassen even daargelaten kom je uit op vijf á tien. Nog niet wat het moet zijn, vindt Gordijn. “Het kan veel rijker. Ik hoop dat ik ze over een jaar of vijf veel meer soorten kan laten zien. Ik vind dat er toch wel twintig soorten om je heen moeten zijn. Laten we hopen dat dat lukt.”
De eerste tekenen daarvoor zijn alvast gunstig, wijzen de metingen uit. Dat vonden ook de bezoekers die via de IVN, de vereniging ter bevordering van het natuurbesef, naar de open dag waren gekomen. Velen van hen waren hier eerder geweest, het laatst op de winterwandeling die Gordijn in maart hielp organiseren. Ze vonden dat het perceel in die maanden enorm veel rijker was geworden. “Dat was mooi om te horen”, zegt Gordijn. “Ik kom hier vaak, dan valt de geleidelijke verandering minder op. Ik vond het van hen een leuk compliment.”
De drukte was ook goed te merken bij het kraampje van Land van Ons, waar plantaardige olie, boekweit en uiteraard cranberrysap te krijgen waren, al kwam dat nog niet van de dit jaar aangeplante cranberries op het perceel. Het enthousiasme was er niet minder om. De kraam werd helemaal leeggekocht.