Wat kost een perceel ons nadat het is aangekocht?

Voor ons is maar één manier om kapitaal te laten renderen: door landbouwgrond aan te kopen en de biodiversiteit en het landschap te herstellen en verbeteren.

Matthijs Visser

De aankoopkosten van grond zijn verreweg de grootste kostenpost voor Land van Ons. Daarnaast betalen we voor elk perceel jaarlijks ook nog andere kosten. Bestuurslid Matthijs Visser legt uit welke dat zijn.

Bij een uitleg over jaarkosten van perceel is het volgens Matthijs goed om te benadrukken dat Land van Ons nu niet bepaald een reguliere grondinvesteerder is: “We hanteren een pacht die flink onder de marktprijs ligt. Zet je een economische bril op, dan kun je zeggen dat we daardoor rente mislopen – bij de bank krijg je een hogere spaarrente. Voor andere investeerders zou dit een relevante kostenpost zijn. Voor ons geldt dat niet, omdat er voor ons maar één manier is om kapitaal te laten renderen: door landbouwgrond aan te kopen en de biodiversiteit en het landschap te herstellen en verbeteren.”

Op het moment dat een pachtovereenkomst is gesloten, kan de boer het land gaan bewerken om inkomen te genereren. Zijn alle kosten die daarvoor gemaakt worden dan ook voor diens rekening?
“Niet allemaal; Land van Ons moet soms ook investeren in de percelen om de boer in staat te stellen hierop te werken. Zo heeft de boer die ons perceel in Noordbeemster pacht vanaf de openbare weg nog geen eigen toegang tot het perceel. Hij moet daarvoor nu nog met zijn trekker over het perceel van een andere boer, waar ook twee luidruchtige honden rondlopen. Dat is verre van ideaal. Elders zijn weer andere investeringen nodig om een perceel gebruiksklaar te maken. In de pachtovereenkomsten maken we afspraken over wie welk deel van de kosten op zich neemt. De boer is natuurlijk als eerste geholpen bij de verbeteringen die daarmee worden gerealiseerd. Maar wij hebben er ook baat bij, omdat de waarde van een perceel toeneemt.”

Draagt Land van Ons ook bij aan de exploitatiekosten van een perceel?
“Ja, om de biodiversiteit van het landschap te vergroten zijn vaak interventies nodig. Denk aan het aanleggen van een haag of het maken van een watersysteempje dat is afgekoppeld van het systeem van het waterschap, zodat de waterstand van het perceel kan worden verhoogd. Soms komt er aardig wat grondwerk bij kijken. Bijvoorbeeld op ons perceel in Empe, waar we een keverbank hebben aangelegd. Dat zijn investeringen in biodiversiteit. Voor de pachter hebben die geen financiële opbrengstwaarde, maar voor ons zijn ze natuurlijk erg belangrijk. Dus daar betalen we graag aan mee, maar vaak is het ook mogelijk om hiervoor subsidies aan te vragen bij provincies of waterschappen. Op andere percelen leggen we voedselbossen aan. Partijen als Trees for All zijn vaak graag bereid om daar het plantgoed voor te leveren.”

Door landschapselementen toe te voegen aan een perceel, neemt het aantal vierkante meters voor economisch gebruik af. Wordt de boer daarvoor gecompenseerd?
“Ja, dat verwerken we in de pachtovereenkomst. We verlagen de pacht dan of we berekenen die over minder vierkante meter. Voor het beheer van deze landschapselementen zijn onze perceelteams primair verantwoordelijk. Zij maken een beheerplan en stemmen dat af met de boer. In dat werk zit ook een deel van de investeringen om een goede exploitatie mogelijk te maken.”

Veel van onze percelen zijn afkomstig uit de conventionele landbouw. De overgang naar biologisch kost tijd. Wordt daar rekening mee gehouden in de pachtovereenkomst?
“Meestal wel, ja. Uitgangspunt is altijd dat we gaan voor een langetermijnrelatie. Maar we begrijpen ook dat de boer de kat uit de boom wil kijken en wil onderzoeken wat er economisch mogelijk is met het perceel. Daarom starten we vaak met een pachtcontract met een wat kortere termijn. Dat geeft ons en de boer tijd om aan elkaar te wennen. Voor de boer zijn wij natuurlijk toch een wat vreemde eend in de bijt. Wat meespeelt is dat de boer producten pas als biologisch mag verkopen als een perceel minimaal twee jaar lang biologisch is verbouwd. Ervan uitgaande dat de opbrengst van biologisch in de meeste gevallen lager is dan van conventionele landbouw, betekent dit dat de boer twee jaar lang een inkomstendip heeft voordat die kan profiteren van hogere prijzen voor biologische producten. Dat kan voor ons aanleiding zijn om in de aanloopperiode een lagere pacht te rekenen. In feite is dit dus een verborgen kostenpost voor ons.”

Dus: door bij te dragen aan de perceelkosten steunen we de biologische boer en investeren we in biodiversiteit.
“Precies. Ten eerste natuurlijk door grond aan te kopen waar biologische boeren mee geholpen kunnen worden. Dat is belangrijk omdat boeren, zeker als ze starten, vaak geen eigen kapitaal hebben en ook niet bij de bank terecht kunnen. Ten tweede door die grond tegen een prijs te verpachten die het mogelijk maakt om rendabel biologisch te boeren. In die prijs is dus eigenlijk al een subsidie verrekend. En ten derde door, naast biologisch boeren, ook interventies te plegen die goed zijn voor de biodiversiteit. Door eigenaar te zijn van de grond creëren we zelf de mogelijkheid om dit te doen en kunnen we hier in overleg met de pachter ook in investeren. Als het om biodiversiteit gaat, is het logisch dat wij die kosten dragen. Waarbij we altijd wel slim om ons heen kijken of er subsidies beschikbaar zijn.”

Deel de post:
Facebook
LinkedIn
X
Pinterest
WhatsApp
Threads

Gerelateerde berichten