Deel 2: Millingen en Doornik
Komen we, onderweg naar Millingen in de Ooypolder bij Nijmegen, een heg tegen, dan zegt Lex Roeleveld: ‘Mooi hegje om te vlechten. Hoog genoeg, buigbare stammen.’ Of hij kijkt misprijzend: ‘Kaal van onderen, daar bouwt geen vogel zijn nest in.’ Het landschap krijgt er ineens allemaal betekenissen bij.
Lex Roeleveld was in 2003 medeoprichter van de stichting Heg & Landschap. Namens die organisatie adviseert hij boeren, burgers en buitenlui over alles wat met heggen* te maken heeft. Hij geeft cursussen aan gemeentelijke groenwerkers en landschapsarchitecten en staat regelmatig met zijn laarzen in de modder met een scherpe bijl in zijn hand. Als bevlogen heggenvlechter organiseerde hij jarenlang kampioenschappen met internationale deelnemers. Het plantgoed van Heg & Landschap is gratis, dankzij het programma Plant for Life van de Foundation Yves Rocher. Een miljoen bomen en struiken heeft Heg & Landschap inmiddels op haar kerfstok. ‘We leveren 55 inheemse soorten, die bovendien gecertificeerd hun genetische wortels in Nederland hebben,’ zegt Lex. ‘Voor tuinen en voedselbossen is dat minder belangrijk, daarbij gaat het primair om schoonheid of productie – wat niet wil zeggen dat inheemse planten ook in tuinen en voedselbossen geen goede keuze zijn. Maar bij landschapsherstel en natuurvriendelijke landbouw is dat essentieel.’
Groene grabbelton
Dat is precies het doel van het team Howard Koster, Claudi Rudorf en Eline Wielemaker, sinds 2022 pachters van het Land-van-Ons-perceel De Biesterhof in Millingen. Het voormalige grasland vertoont nu al een veelsoortige begroeiing. Van de website: ‘Een regeneratieve burgerboerderij die op 25 hectare gezond, biologisch voedsel verbouwt, bodem en biodiversiteit verbetert en een gemeenschap opbouwt. De Biesterhof biedt plaats aan een tuinderij, akkerbouw, fruitbomen, notenbomen, bessenstruiken, kruiden, twee voedselbossen en plekken waar de natuur zijn gang kan gaan.’
Voorzien van laarzen – zeer welkom in de rivierklei die de Waal hier eeuwenlang heeft neergelegd – duiken we met Claudi in deze groene grabbelton. Het plantgoed voor de heggen en voedselbossen is grotendeels afkomstig van Heg & Landschap.
Otter, bever, bunzing
Heggen zijn vanaf het begin integraal onderdeel van het plan voor de Biesterhof, vertelt Claudi, die zich niet uit het veld laat slaan door de regen die soms horizontaal over de klei jaagt. ‘De natuur moet hier kunnen gedijen en op haar beurt de akkerbouw helpen, onder andere in de vorm van heggen en bomen. Die geven beschutting tegen het extreme weer dat we door klimaatverandering kunnen verwachten en in feite al meemaken. Windbeschutting bijvoorbeeld: zodat gewassen niet platwaaien, en wind de bodem minder kan uitdrogen.’ In de loop van onze wandeling regent het nog veel meer zegeningen van heggen en houtsingels. Zo herbergen ze wilde bestuivers die de akkerbouwopbrengsten van sommige gewassen verhogen, evenals die van fruit- en notenbomen. Als het hard regent, helpen heggen het water op te nemen. Ze leveren voedsel voor mens en dier in de vorm van bessen (gele kornoelje, krentenboompje), ander fruit (mispel, wilde appel), noten en kruiden (linde). Het bodemleven rond de heggen bevat allerlei organismen die ook voor de gewassen heilzaam zijn, zoals schimmelnetwerken die planten ondersteunen met water en voedsel. De wortels van struiken en bomen houden de bodem zowel los als bij elkaar. En heel belangrijk: heggen trekken insecten aan die niet alleen het gewas bestuiven maar ook plaaginsecten opruimen. ‘We willen,’ zegt Claudi, ‘het ecologisch systeem herstellen tot een leefmilieu waarin insecten de akkerbouw helpen, vogels insecten eten, egels en duizendpoten slakken in toom houden, wespen parasiteren op rupsen enzovoort. Daarom is inheems plantgoed zo belangrijk: in een ecosysteem zijn alle organismen op elkaar afgestemd. In de heggen en bomenrijen kunnen dieren voedsel vinden, nesten bouwen en schuilen tegen predatoren. Op onze wildcamera’s zijn al fantastische dieren gesignaleerd als otter, bever, bunzing en houtsnip, maar ook bos- en veldmuis, egel, ree, appelvink en koperwiek.’

Knippen en scheren
We lopen naar het land van buurman Anton, waar recent een 450 meter lange heg is gerestaureerd door daarin 150 meter bij te planten. Lex knikt goedkeurend: een oud landschapselement is gered. Ook een mooi voorbeeld van de inktvlekwerking die Land-van-Ons-percelen kunnen hebben.
Terug op de Biesterhof wijst Claudi op de heg-in-spe rond de tuinderij; een gemengd exemplaar met onder andere gaspeldoorn, goed voor bijen. Deze blijft laag, om de groenten maximaal zon te gunnen. ‘Knippen-en-scherenheg,’ zegt Lex. Nu staan de iele takkenbosjes nog rillerig voor een robuust hek van kastanjehouten palen; later maken ze dat hek overbodig. Links en rechts van de tuinderij liggen de velden waarop akkerbouw (onder andere lupine, boekweit, gerst en huttentut) plaatsvindt in rijenteelt: om de 36 meter staat een fruitboomrij van 5 meter breed. De bomen helpen bij klimaatadaptatie: in droge zomers houden ze vocht in de bodem door water uit diepere lagen naar boven te trekken. ‘Soms maken we ook bij het plantgoed klimaatadaptieve keuzes,’ vertelt Claudi. ‘Zo staat hier de niet-inheemse hartbladige els, die kan beter tegen droogte dan de inheemse.’
Meerjarenplan
Claudi benadrukt het belang van ‘corridors’ voor biodiversiteit. ‘Tien procent van de Biesterhof wordt natuur, en dat moet een aaneengesloten geheel worden van heggen, struwelen, bomen, bloeiende akkerranden en natuurvriendelijke oevers. We liggen hier dicht tegen Duitsland aan, we hopen allerlei flora en fauna die daar nog wel is, de grens over te helpen.’
Het productieve en het educatieve voedselbos, beide omzoomd door windhagen, zijn gedeeltelijk al aangeplant, met vooral wild plantgoed van Heg & Landschap. Alles is goed aangeslagen. Op sommige plekken staat de duindoorn – een ‘droogteminnaar’ – na twee jaar al manshoog, en baant hij zich een weg over een wandelpad. Claudi zet nog even een stel pruimenbomen recht die de strijd met de enorme windvlagen dreigen te verliezen. ‘Indrukwekkend, jullie meerjarenplan,’ zegt Lex.

Heggen pesten
Nu we toch in de buurt zijn, wil Lex ook even naar Doornik Natuurakkers in Bemmel – geen Land-van-Ons-perceel, wel de ideale plek om volwassen heggen te zien. Lex is altijd nauw betrokken geweest bij de heggen die Louis Dolmans daar, uit liefde voor vogels, om velden met oude granen aanplantte en vlocht. Ruim 5 kilometer inmiddels, begeleid door bloeiende akkerranden van gemiddeld 6 meter breed. Meest meidoorn, met sleedoorn, rode kornoelje, kardinaalsmuts, Spaanse aak en diverse rozen. Vogelsoorten als veldleeuwerik, gele kwikstaart, boomvalk, blauwborst en gekraagde roodstaart hebben het paradijsje al gevonden. De zeldzame wilde ridderspoor bloeit er.
De allereerste heg die Lex met Louis plantte en vlocht, is inmiddels hoog opgeschoten, maar van onderen nog steeds dicht. ‘Na deze hebben we het heggengilde opgericht,’ vertelt hij. Nu de heg kaal is, zie je het vlechtwerk goed. ‘Heggenplanten kunnen tegen “pesten”. Je kapt ze bij de voet in en legt ze horizontaal; daarna verjongen ze zich door aan de voet van het kapvlak te hergroeien. Zo krijg je een dicht, levend vlechtwerk. Geen enkele houtsoort is hetzelfde, je leert het door vaak doen.’

Beethoven
Vroeger, zegt Lex, was het zaak voor de boer om zijn heg zo efficiënt mogelijk dicht te krijgen, vlechten maakt hem ondoordringbaar en sterk. ‘Iedereen deed dat op zijn eigen manier, vaak wel binnen een streekeigen stijl. Nu heerst het prikkeldraad en worden andere argumenten belangrijk: biodiversiteit, CO2, erosie, windkering, voedsel. Die functies hadden ze vroeger natuurlijk ook, maar toen was dat vanzelfsprekend.’
Louis Dolmans droomt van de geelgors, die kleine zanger waarvan Beethoven het liedje leende voor zijn 5e symfonie: pi-pi-pi-pèèèè! Zijn laatste heg vlocht hij speciaal met het oog op de geelgors: heel erg dicht, in een soort golvende beweging, de takken en twijgen intensief vervlochten. Hij is prachtig. Nu moet iemand de geelgors nog verwittigen.
*) Onder heggen verstaan we hier gemakshalve alle lijnvormige struik- en boombeplantingen in het landschap behalve houtsingels: dat is een rijbeplanting waarin bomen overheersen. Onder heggen vallen dan lage ‘knippen-en-scheren’-heggen, hoog opgaande struweelheggen met bomen ertussen, houtwallen en houtkanten. Sommige deskundigen gebruiken ‘houtkanten’ voor alle houtige begrenzingen van weides en akkers.
Tekst en beeld: Liesbeth Sluiter