Ben Koks (58) is een internationaal gerespecteerd kiekendiefonderzoeker. Als ornitholoog, natuurbeschermer en bedenker van concepten om akkervogels te beschermen is hij overal in de wereld geweest en heeft, zonder verbonden te zijn aan een of ander instituut, een schat aan kennis vergaard over landbouw, natuurbeheer en vogels.
Als jongetje wilde hij boer worden. Hij volgde onderwijs aan de Middelbare Agrarische School. Daar viel hem al op dat de docenten geen oog hadden voor de wilde natuur op het boerenland. Na een stage in de Waardpolder was zijn belangstelling in de akkerbouw gewekt. Een gemiddeld akkerbouwbedrijf op zavelige kleigronden had een gangbaar bouwplan van tarwe, aardappelen en bieten. Hij zag dat er wel erg vaak vertegenwoordigers van kunstmest en bestrijdingsmiddelen het erf op kwamen. Als ontluikend vogelteller merkte hij dat er iets scheef ging. Na zijn vervolgopleiding in de landbouw in Groningen (aan de HAS, het latere Van Hall Instituut) kwam hij uit op natuurbehoud en milieukunde.
In zijn vrije tijd was hij actief in de Werkgroep Zwanen van Avifauna Groningen. Hij kwam daardoor veel op het boerenland en zwierf heel Nederland door. In 1988 draaide hij mee in een project in de provincie Groningen. Het ging om het monitoren van patrijzen, veldleeuweriken, gele kwikstaarten en grauwe ganzen die er toen in grote getale waren.
Bij toeval ontdekte hij een nest van de (nu vrijwel verdwenen) Grauwe Kiekendief midden op een akker luzerne. Hij racete naar de boer en kreeg gedaan dat er een veld van 40 bij 40 m gespaard werd tijdens het maaien. De jongen vlogen succesvol uit. Hij richtte later de Werkgroep Grauwe Kiekendief op en de slanke roofvogels zijn tot zijn grote vreugde weer terug in Nederland. Hiermee begon ook zijn zoektocht naar maatregelen als brede akkerranden, wintervoedselvelden, vogelakkers en bouwplannen.
Ben Koks werd in 1995 onderscheiden met de Herman Klomp Prijs, een prijs die periodiek wordt uitgereikt aan iemand die zich in zijn vrije tijd verdienstelijk heeft gemaakt met vernieuwend beschermingsgericht vogelonderzoek en daarover heeft gepubliceerd.
Twee wetenschappelijke publicaties van Koks et al. werden in 2014 onderscheiden met de Watson Raptor Science Prize.
Ben Koks heeft de Heimans en Thijsse Prijs 2017 gekregen voor zijn grote inzet om natuur in akkerbouwgebieden van Groningen nieuwe kansen te geven. Deze prijs wordt door de Heimans en Thijsse Stichting tweejaarlijks uitgereikt aan een persoon, een groep of een organisatie die zich op originele en duurzame wijze verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van natuurbescherming, -studie of -educatie.
Ben Koks merkt tijdens ons gesprek op dat voedselproductie volgens hem losgekoppeld moet worden van de economie. Ons huidige landbouwsysteem is simpelweg onhoudbaar, vindt hij. Landbouw is té belangrijk om aan de markt over te laten. Zoals het nu gebeurt blijft er een kaal land achter. Waar winstoogmerk ons handelen bepaalt, verliezen we. Vogels wijzen ons de weg naar landbouwsystemen die beter zijn voor zowel de agrariër als de consument en de natuur. Kringlooplandbouw en agro-ecologie worden voortdurend gedwarsboomd door partijen die veel geld verdienen aan het huidige systeem. We weten allemaal dat er een maatschappelijk prijskaartje hangt aan de huidige exceptionele productiecapaciteit. Het Malieveld stond niet voor niets een paar keer vol met tractors.
Bent u somber gestemd of is het tij nog te keren?
Ik ben somber, maar ervan overtuigd dat er verandering komt, als er een betere balans komt tussen natuurbeheer en voedselproductie. Waar diverse akkerbouw is en het bodemleven zich herstelt, keren de vogels terug. Waar je akker- en weidevogels ziet, wordt duurzaam geboerd. Hou eens bloembollenbedrijf Huiberts in Sint Maartensvlotbrug in de smiezen! Het bedrijf is sinds 2013 biologisch bloembollen gaan telen. In de gangbare bollenteelt wordt veel gebruikt gemaakt van bestrijdingsmiddelen. In de jaren dat John en Johanna Huiberts biologisch telen, heeft de bodem zich hersteld. Bijen en hommels vinden hun eerste voedsel na winterrust in de bio-krokussen. Als wisselteelt is er elk jaar een wintervoedselakker waarvan de zaden niet worden geoogst. Daar vinden putters, kneuen, vinken, allerlei vogels voedsel in de winter. Een torenvalkpaartje houdt de muizenstand onder controle. Het bollenbedrijf heeft geen last van bladluizen door bloeiende akkerranden waar natuurlijke vijanden van de bladluis zijn. Na de bloembollenoogst verspreidt John een groenbemester (planten voor de vruchtbaarheid van de bodem) met een speciale machine over het land met een speciale machine die hij zelf heeft ontwikkeld, zonder kerende grondbewerking om de bodemlaag intact te laten. Een goede bodemstructuur ontstaat niet door grondbewerking maar door processen van de levende biomassa. Kleinere kavels en goed beheerde akkerranden in grootschalig agrarisch gebied doen het verrassend goed. Het bodemleven herstelt zich, insecten komen op de bloemen en grassen af en de vogels keren terug. We hebben lappendekens nodig, geen eenheidsworst. U bent bijzonder geïnteresseerd in de Grauwe Kiekendief. Vormt deze predator juist geen gevaar voor de akker- en weidevogels?
Het menu van de Grauwe Kiekendief bestaat voornamelijk uit veldmuizen, aangevuld met kleine grote insecten en kleine zangvogels. Tegen de tijd dat de jongen uit het ei kruipen en de meeste prooien aangebracht moeten worden, is het weidevogelseizoen al grotendeels voorbij. Dus nee. Zij houden de veldmuizenstand in het akkerbouwgebied onder controle. En andere vogels zoals reigers, ooievaars en buizerds?
Ik ben er een beetje klaar mee dat mensen de achteruitgang van de veldleeuweriken, grutto’s en gele kwikstaarten en dergelijke wijten aan de toename van het aantal buizerds of ooievaars. Dat is aantoonbaar niet waar. De achteruitgang komt door de manier van landbouw bedrijven. Ik heb veel gewerkt in Polen en Wit-Rusland en daar zijn veel meer predatoren dan hier en toch zijn de boerenlandvogels daar het hoogst in aantal in Europa. We moeten ophouden met denken dat ons landbouwsysteem normaal is. In elk gezond landbouwsysteem hebben alle predatoren een rol. In een kaalgeschoren landschap kan een blinde vos nog een gewonde kievit vinden. En mensen die een ooievaar zien met een verminkte grutto, een kapot ei of een gewonde haas zien alleen maar het gevolg van de maaiers. Normaal gesproken bestaat hun menu uit insecten en muizen. We moeten ook ophouden met denken dat prooidieren zielige en willoze slachtoffers zijn. Als je verstand hebt van akkervogels en predatoren dan is er een heel ander verhaal. In een biodivers landschap hebben ze talloze manieren om aan hun belagers te ontsnappen. Ik zou graag eens een debat willen voeren in een openbare ruimte – corona zal in het najaar toch wel een keer voorbij zijn – met mensen die uit verschillende invalshoeken naar predatoren kijken. Dan kom je uit op de landbouw. Het landbouwsysteem moet zo ontworpen worden dat alle predatoren daarin een rol spelen. In elk gezond systeem is dat zo. Bescherming heeft tot nu toe niet geleid tot toename van de bedreigde vogelsoorten. We moeten kijken welk landbouwsysteem past bij de soorten waarvan de meeste mensen een bepaalde urgentie hebben om ze te behoeden tegen achteruitgang. Ik bied aan dit debat te voeren en mijn kennis te delen uit sympathie voor jullie. Ik ben onafhankelijk en heb er niets bij te winnen. Ik vind dat burgers een belangrijke stem hebben. We moeten ophouden om te discussiëren over marginale problemen. De discussie moet gaan over de verandering van de landbouw en niet over de toename van het aantal vossen of teveel ooievaars. Wat vindt u van een initiatief als Land van Ons?
‘Ik ben ervan overtuigd dat vernieuwing altijd van onderaf moet komen. Ik juich dit soort initiatieven dus zeer toe. Jullie zijn een onafhankelijke organisatie zonder belangen elders. Het is wel belangrijk dat er een concreet stappenplan te vinden is voor de deelnemers, om verantwoording af te kunnen leggen hoe het ingelegde geld besteed wordt. Ik volg jullie en dat heb ik nog niet kunnen vinden. Het moet geen club worden met idealen en goede bedoelingen die verzandt, zoals bij veel projecten gebeurt. Bronnen:
Ben Koks, Vogels wijzen ons de weg. KNNV Uitgeverij, Zeist 2021, ISBN 978 90 5011 813 2.
Elvira Werkman. De man op de dijk. KNNV Uigeverij, Zeist 2020, ISBN 978 90 5011 760 9.
Ben Koks, gesprek. Tekst: Marja Steur
Ik ben somber, maar ervan overtuigd dat er verandering komt, als er een betere balans komt tussen natuurbeheer en voedselproductie. Waar diverse akkerbouw is en het bodemleven zich herstelt, keren de vogels terug. Waar je akker- en weidevogels ziet, wordt duurzaam geboerd. Hou eens bloembollenbedrijf Huiberts in Sint Maartensvlotbrug in de smiezen! Het bedrijf is sinds 2013 biologisch bloembollen gaan telen. In de gangbare bollenteelt wordt veel gebruikt gemaakt van bestrijdingsmiddelen. In de jaren dat John en Johanna Huiberts biologisch telen, heeft de bodem zich hersteld. Bijen en hommels vinden hun eerste voedsel na winterrust in de bio-krokussen. Als wisselteelt is er elk jaar een wintervoedselakker waarvan de zaden niet worden geoogst. Daar vinden putters, kneuen, vinken, allerlei vogels voedsel in de winter. Een torenvalkpaartje houdt de muizenstand onder controle. Het bollenbedrijf heeft geen last van bladluizen door bloeiende akkerranden waar natuurlijke vijanden van de bladluis zijn. Na de bloembollenoogst verspreidt John een groenbemester (planten voor de vruchtbaarheid van de bodem) met een speciale machine over het land met een speciale machine die hij zelf heeft ontwikkeld, zonder kerende grondbewerking om de bodemlaag intact te laten. Een goede bodemstructuur ontstaat niet door grondbewerking maar door processen van de levende biomassa. Kleinere kavels en goed beheerde akkerranden in grootschalig agrarisch gebied doen het verrassend goed. Het bodemleven herstelt zich, insecten komen op de bloemen en grassen af en de vogels keren terug. We hebben lappendekens nodig, geen eenheidsworst. U bent bijzonder geïnteresseerd in de Grauwe Kiekendief. Vormt deze predator juist geen gevaar voor de akker- en weidevogels?
Het menu van de Grauwe Kiekendief bestaat voornamelijk uit veldmuizen, aangevuld met kleine grote insecten en kleine zangvogels. Tegen de tijd dat de jongen uit het ei kruipen en de meeste prooien aangebracht moeten worden, is het weidevogelseizoen al grotendeels voorbij. Dus nee. Zij houden de veldmuizenstand in het akkerbouwgebied onder controle. En andere vogels zoals reigers, ooievaars en buizerds?
Ik ben er een beetje klaar mee dat mensen de achteruitgang van de veldleeuweriken, grutto’s en gele kwikstaarten en dergelijke wijten aan de toename van het aantal buizerds of ooievaars. Dat is aantoonbaar niet waar. De achteruitgang komt door de manier van landbouw bedrijven. Ik heb veel gewerkt in Polen en Wit-Rusland en daar zijn veel meer predatoren dan hier en toch zijn de boerenlandvogels daar het hoogst in aantal in Europa. We moeten ophouden met denken dat ons landbouwsysteem normaal is. In elk gezond landbouwsysteem hebben alle predatoren een rol. In een kaalgeschoren landschap kan een blinde vos nog een gewonde kievit vinden. En mensen die een ooievaar zien met een verminkte grutto, een kapot ei of een gewonde haas zien alleen maar het gevolg van de maaiers. Normaal gesproken bestaat hun menu uit insecten en muizen. We moeten ook ophouden met denken dat prooidieren zielige en willoze slachtoffers zijn. Als je verstand hebt van akkervogels en predatoren dan is er een heel ander verhaal. In een biodivers landschap hebben ze talloze manieren om aan hun belagers te ontsnappen. Ik zou graag eens een debat willen voeren in een openbare ruimte – corona zal in het najaar toch wel een keer voorbij zijn – met mensen die uit verschillende invalshoeken naar predatoren kijken. Dan kom je uit op de landbouw. Het landbouwsysteem moet zo ontworpen worden dat alle predatoren daarin een rol spelen. In elk gezond systeem is dat zo. Bescherming heeft tot nu toe niet geleid tot toename van de bedreigde vogelsoorten. We moeten kijken welk landbouwsysteem past bij de soorten waarvan de meeste mensen een bepaalde urgentie hebben om ze te behoeden tegen achteruitgang. Ik bied aan dit debat te voeren en mijn kennis te delen uit sympathie voor jullie. Ik ben onafhankelijk en heb er niets bij te winnen. Ik vind dat burgers een belangrijke stem hebben. We moeten ophouden om te discussiëren over marginale problemen. De discussie moet gaan over de verandering van de landbouw en niet over de toename van het aantal vossen of teveel ooievaars. Wat vindt u van een initiatief als Land van Ons?
‘Ik ben ervan overtuigd dat vernieuwing altijd van onderaf moet komen. Ik juich dit soort initiatieven dus zeer toe. Jullie zijn een onafhankelijke organisatie zonder belangen elders. Het is wel belangrijk dat er een concreet stappenplan te vinden is voor de deelnemers, om verantwoording af te kunnen leggen hoe het ingelegde geld besteed wordt. Ik volg jullie en dat heb ik nog niet kunnen vinden. Het moet geen club worden met idealen en goede bedoelingen die verzandt, zoals bij veel projecten gebeurt. Bronnen:
Ben Koks, Vogels wijzen ons de weg. KNNV Uitgeverij, Zeist 2021, ISBN 978 90 5011 813 2.
Elvira Werkman. De man op de dijk. KNNV Uigeverij, Zeist 2020, ISBN 978 90 5011 760 9.
Ben Koks, gesprek. Tekst: Marja Steur