Voordat boer Howard Koster eraan toekomt om uit te leggen wat agroforestry* op de Biesterhof is, vertelt hij over de basis. Aan de inrichting van het bedrijf ligt de overtuiging ten grondslag dat de rijke rivierklei het meest efficiënt is als er gewassen geteeld worden die direct voor menselijke consumptie bestemd zijn. Deze overtuiging heeft erin geresulteerd dat al die oorspronkelijke hectares Engels raaigras al voor een deel zijn omgezet in akkerbouw en bomen.
‘Wij geloven in bomen’ is voor Howard een uitgangspunt van de agroforestry op het bedrijf: 8 ha akkerbouw in stroken en daartussen rijen appels, pruimen en hazelnoten. De bomen staan in rechte rijen en de stroken wintertarwe, huttentut, boekweit, lupine en zomergerst zijn 36 meter breed, zodat ze bewerkt kunnen worden met machines die normaal ook gebruikt worden.
Howard is overtuigd van de combinatie van akkerbouwgewassen en bomen omdat deze laatste een schimmelsysteem in de bodem aanleggen dat ook onder de akkerbouwgewassen zijn goede werk kan doen. Of dit werkelijk gebeurt, gaat Wageningen Universiteit de komende jaren volgen. Daarbij komt dat bomen voor meer biodiversiteit zorgen en een windscherm vormen, zodat er minder water verdampt bij de gewassen en er minder hoeft te worden geïrrigeerd.
Over drie jaar zullen de geoogste appels, pruimen en hazelnoten verkocht worden in de supermarkt van een naburig dorp. De Biesterhof heeft ook plannen om een eigen winkeltje te beginnen en is in gesprek met De Gelderse Noot, een initiatief van agrarische ondernemers in Gelderland dat ervoor zorgt dat de hazelnoten gekraakt en verpakt worden.
Nu hoort Howard wel eens van collega-boeren dat ze het ‘zonde van de grond’ vinden, maar hij hoopt te kunnen laten zien dat deze goed doordachte agroforestry-teeltwijze vruchten zal afwerpen.
Ook op de Biesterhof: twee voedselbossen in ontwikkeling
Boerin Claudi Rudorf heeft voor de Biesterhof, samen met anderen, twee voedselbossen ontworpen. Het ene is een vergevorderd plan voor 2 ha voedselbos dat een educatieve en recreatieve functie krijgt. Haar idee is dat het een mooie plek wordt waar mensen zich prettig voelen in de natuur, zien wat zij voor de natuur kunnen doen en wat de natuur voor ons doet. Claudi ziet het voedselbos als een ideale plek voor de verbinding tussen mens en natuur.
Bovendien bouwt een voedselbos een ecosysteem op dat productief is en weerbaar tegen plagen en extreme weersomstandigheden. Dit seizoen nog plant ze er met hulp van veel enthousiaste vrijwilligers bessenstruiken en ze hoopt dat mensen in 2026 zelf van de struiken kunnen plukken.
Het tweede voedselbos (3 ha) wordt een productiebos: de bomen zullen in rijen van zoveel mogelijk één soort geplant worden, zodat ze er met de mini-tractor en maaier tussendoor kan. Bovendien kan Claudi dan effectief oogsten, ook doordat ze ervoor wil zorgen dat de vruchten en noten rond dezelfde tijd rijp zijn. Voor de bestuiving is het sowieso belangrijk dat ze tegelijkertijd bloeien en er van dezelfde soort een paar variaties voorkomen.
Welke bomen het worden kan ze nog niet definitief zeggen want dat is afhankelijk van de vraag van de afnemers. Ze denkt nu aan hazelnoten, appels, peren en ook aan kruiden onder de bomen. Dit jaar worden er op dit perceel windhagen geplant. Deze bomen maken de bodem geschikt voor de fruitbomen en zorgen voor zon- en windluwte.
Bij het ontwerp van het voedselbos is Claudi ervan uitgegaan dat de bomen in noord-zuid richting worden geplaatst. In deze opstelling krijgen ze het meeste zonlicht. Zo verwacht deze voedselbosboerin minder schimmelinfecties bij de fruitbomen dan wanneer ze in oost-west richting staan. Een nadeel kan zijn dat het te heet wordt in een warme zomer, maar dat wil ze tegengaan door het planten van pionierbomen. Deze snelgroeiende bomen, zoals populieren, berken en wilgen, bieden beschutting aan de vruchtbomen.
Gedurende het gesprek met ondergetekende wordt duidelijk dat Claudi met beide voeten op de grond staat als het gaat over voedselbossen. Zelf zegt ze daarover dat je met voedselbossen ‘dromerig’ kunt worden, te veel ‘in details kunt gaan’ en zo te weinig let op effectiviteit.
De voedselbossen in Elst
Vier jonge voedselbosboeren hebben een deel van het perceel van Land van Ons in Elst gepacht om er drie voedselbossen te realiseren, elk met een eigen karakter. Hun gezamenlijke omvang wordt beperkt door het bestemmingsplan. Er komt een ontmoetingsbos waar mensen zelf kunnen oogsten met een plukabonnement, een gastronomisch bos dat afnemers gaat vinden bij koks, restauranthouders en brouwerijen en, ten derde, een productiebos. In dit laatste worden de tamme kastanjes, walnoten, appels, peren en vijgen in rijen geplaatst zodat ze door loonwerkers geoogst kunnen worden. De voedselbosboeren mikken op supermarkten als afnemers.
Het planten van fruit- en notenbomen laat nog even op zich wachten. Met hulp van vrijwilligers worden nu pionierbomen geplant, zoals zwarte els, verschillende soorten wilg en populier. Deze snelgroeiende soorten veranderen de graslandbodem in een bosbodem. Wytze, een van de jonge voedselbosboeren, noemt dat ‘het opbouwen van een ecosysteem’, waarbij de dominantie van bacteriën in de bodem wordt vervangen door een dominantie van schimmels. De bacteriën zijn gespecialiseerd in het verwerken van dierlijke afvalstoffen en de schimmels weten raad met plantaardige biomassa. De pionierbomen zetten dit proces in gang en zorgen ook voor zon- en windluwte.
Sceptische geluiden van boeren in de buurt geven de jonge voedselbosboeren juist extra motivatie om in de herfst- en wintermaanden met meer dan 300 vrijwilligers 17.000 bomen te planten en te laten zien dat deze combinatie van landbouw en natuur naast het broodnodige verdienmodel ook biodiversiteit en landschapsschoon biedt.
Tekst: Willem Jaegers
*) Zie voor een definitie van voedselbos en agroforestry het kadertje in dit stuk.