Door: Pieter Lagerwaard
Het in 2020 aangekochte perceel van Land van Ons, bij het pittoreske dorpje Oud Ade, ligt in het groene hart: het veenweidegebied dat is ingesloten door de grote steden van de Randstad. Dit perceel, omringd door windmolens, ligt ver onder het Normaal Amsterdams Peil (NAP) – de gemiddelde hoogte van de Noordzee. Opmerkelijk aan dit perceel is dat vroeger – en daarmee bedoel ik héél vroeger – dit land niet onder, maar ver boven het NAP stond. De mens heeft een belangrijke rol gespeeld in deze verandering.
Bij biodiversiteit denkt men vaak automatisch aan ongerepte natuur, die zonder inmenging van de mens harmonieus in balans voortleeft. Echter, in de praktijk is de mens juist deel van de biodiversiteit. De coöperatie Land van Ons zet zich in voor biodiversiteit en gelooft dat deze juíst kan bestaan en floreren door middel van duurzame en circulaire cultivering van het land. De mens is een schakel en net als de grond, de insecten, het vee, de planten en het werktuig, zijn wij een actief onderdeel van de ecologische dynamiek.
Middeleeuwen
Het veenweidegebied van het groene hart, zoals de 21 hectare van ons nieuwe perceel, was 1000 jaar geleden meters hoger. Er woonden vrijwel geen mensen. Het was moeilijk bewoonbaar vanwege het veen: een moerassige bodem waarin water vast blijft staan, planten sneller groeien dan dat ze worden afgebroken, en daardoor opstapelen en samenklonteren tot een vrijwel onbewoonbare habitat. Veen was de Nederlandse ‘ongerepte’ natuur, waarin muggen de dienst uitmaakten.
Dit landschap is na de eerste millenniumwisseling langzaam bewoonbaar gemaakt. Wie benieuwd is naar de fasen en de methoden die hiervoor werden toepast, raad ik aan op Wikipedia de pagina ‘Grote Ontginning’ te bezoeken. In een notendop: om veen bewoonbaar te maken moet het stilstaande water afgevoerd worden door ontwateringssloten aan te leggen en de droogvallende begroeiing te verwijderen (bijvoorbeeld door verbranding). Wanneer vervolgens het waterpeil structureel laag gehouden wordt en de bovenlaag wordt droog, kan er een mens – of een koe – op staan.
Veengrond is niet alleen geschikt voor landbouw en veeteelt, maar als het waterpeil structureel laag gehouden wordt, dan verandert de droge bovenlaag in de uiterst geschikte brandstof turf. Onze voorouders hebben zoveel turf gewonnen, dat hele gebieden werden drooggelegd tot ver onder het NAP. Op oude kaarten van Nederland van 1000 AD, is te zien dat grote delen oorspronkelijk niet onder de zeespiegel hebben gelegen. Onze voorouders hebben delen van Nederland opgestookt, en omringd met dijken zodat deze landen niet zouden overstroomden.
Langzaam is de oorspronkelijke Nederlandse waterprut veranderd naar een rijk, geschakeerd landschap waar niet alleen maar de homogene biodiversiteit van het veen – lees: muggen – leefden, maar nieuwe soorten hun intrede konden doen. In een afwisselende omgeving, met een combinatie aan open en gesloten landschappen, is er meer ruimte voor gevarieerde biodiversiteit. Je zou kunnen stellen dat door de bewerking van de mens, de biodiversiteit van Nederland juist toenam!
Huidige stand
En zo komen we terug bij de aanwinst van Land van Ons bij Oud Ade, ver onder het NAP. Het perceel wordt omringd door molens die het water moesten wegpompen, boerderijen die er hun vee laten grazen en slootjes die aan de zijkanten tekenen van nieuw veen vertonen, maar tegenwoordig netjes worden bijgehouden.
De biodiversiteit van het perceel is de afgelopen decennia echter steeds magerder geworden. De rijke veengrond, die vaak nog meters diep gaat, en die van zichzelf, en op zichzelf, voldoende energie bevat om veeteelt of verbouwing van bepaalde gewassen te ondersteunen, is op allerhande manieren gestimuleerd om als boven-optimale voedingsbron te dienen voor hoogproductief veeteelt. Bijvoorbeeld, de grond is op dit moment ‘geïnjecteerd’ met drijfmest, een methode van bodemstimulering die de diversiteit en vruchtbaarheid van de bodem doet afnemen.
Dat is zonde. En bovendien niet nodig. We hebben veel van de bodem verbruikt en de energierijkdom is niet oneindig. Deze grond – net als het merendeel van het huidige Nederlandse landbouwgrond – hoeft niet monotoon, homogeen en beschadigd te zijn. Op Nederlandse grond is ruimte voor circulaire landbouw en tevens een gevarieerde biodiversiteit, bevolkt door een rijkdom aan insecten, dieren, schimmels, bloemen, planten en vogels.
De toekomst
Het perceel Oud Ade, in beheer van de leden van Land van Ons, gaat een nieuwe toekomst tegemoet. Biodiversiteit betekent niet dat we terug hoeven te gaan naar de ongerepte en onbewoonbare, eentonige veenlandschappen van vroeger, maar ook niet dat we de grond zien als een onuitputtelijke bron van energie die oneindig onze doeleinden kan dienen. Wij willen een omgang gaan vinden waarin de mens een belangrijke schakel is, maar binnen een circulair systeem, waardoor deze veengrond de tand des tijds kan doorstaan, en wij ervan kunnen leven.
Hoe deze toekomst er precies uit gaat zien, wordt op dit moment druk besproken. Land van Ons is een samenwerking aangegaan met de universiteit Leiden die onderzoek gaat doen naar de huidige stand van de biodiversiteit en de toekomstige ontwikkelingen ervan. Er zijn gesprekken met de eigenaar van de aangrenzende percelen die Land van Ons graag zou willen kopen, omdat deze in dezelfde polder liggen. Maar eerst, wordt het perceel waarschijnlijk even met rust gelaten, zodat de bodem de tijd krijgt om te herstellen.
We houden u graag via Landscoop op de hoogte van de ontwikkelingen. Bent u geïnteresseerd in Land van Ons en wilt u graag mede-eigenaar worden, word dan lid van onze coöperatie en koop eigen (veen)grond!