Zaai-experiment voor vochtig hooiland

Vanuit de Universiteit Leiden mag ik samen met een aantal andere biologiestudenten onderzoek doen in en rondom het perceel Oud Ade van Land van Ons. Sinds dit voorjaar zijn we bezig met veldonderzoek om het agrarische ecosysteem in kaart te brengen. Op basis daarvan willen we voorspellen welk beheer zal moeten worden toegepast om in dit gebied een transitie naar hoogbiodiverse landbouw in gang te zetten. Binnen dit kader probeer ik met mijn eigen masteronderzoek te ontdekken hoe we een vochtig hooiland-systeem zouden kunnen creëren.

In een eerder bericht schreven Caroline van Kessel en ik hoe we de huidige staat van het ecosysteem onderzochten op basis van een aantal bodemeigenschappen. Op dit moment worden onze monsters geanalyseerd in het lab van het Nederlands Instituut voor Ecologisch Onderzoek (NIOO-KNAW). Ondertussen ben ik zelf alvast verder gegaan met mijn onderzoek in de Boterhuispolder en Vrouw Vennepolder (het perceel Oud Ade van Land van Ons). Met een soortenarm grasland als uitgangssituatie, onderzoek ik nu welke stappen er door de boer of grondeigenaar genomen zouden kunnen worden om een soortenrijk, vochtig hooiland te creëren. Momenteel is er namelijk veel te wensen over waar het de soortenrijkdom van de Vrouw Vennepolder betreft, en is het de vraag hoe we de biodiversiteit hier kunnen verhogen. In kleine veldjes heb ik daarom verschillende behandelingen – maaien, verticuteren en/of zaaien – afgewisseld, om te ontdekken welke stappen doorlopen moeten worden, en hoe deze de ontwikkeling van vegetatie en de soortenrijkdom zullen beïnvloeden. Met maai- en verticuteermachines hebben we het hoge gras zoveel mogelijk verwijderd, waardoor andere planten meer ruimte zouden moeten krijgen. Image

Met dit experiment hoop ik inzicht te krijgen in twee vraagstukken, namelijk: (1) welke soorten zullen zich uit zichzelf zo’n grasveld koloniseren? (2) hoe kan de hooiland-diversiteit verhoogd worden door het aanbrengen van zaden van planten die er zouden moet voorkomen, maar er nu niet staan? Om deze tweede vraag te beantwoorden heb ik daarom een natuurzadenmengsel gezaaid dat bestaat uit zaden van lokale, inheemse wilde planten, een mengsel dat waardevol is voor insecten. Uiteindelijk is de hoop dat er een zeer soortenrijk grasland zal ontwikkelen.

Image
Binnenkort zal ik weer een aantal keer het veld in gaan om de samenstelling van de plantengemeenschap te bekijken, en zo inzicht te krijgen in het effect van mijn behandelingen. Dus met andere woorden: Wordt vervolgd!

Tekst: Fleur van Duin
Deel de post:
Facebook
LinkedIn
Twitter
Pinterest
WhatsApp

Gerelateerde berichten