Jos Meijer.
Hij is 71 en voormalig binnenschipper, die 40 jaar vooral met kunstmest (heen) en graan of rijst (terug) naar Frankrijk heeft gevaren. De eerste 15 jaar met zijn eerste vrouw, daarna alleenvarend (erg armoedig), tenslotte met een matroos die 26 jaar geleden al snel zijn huidige vrouw werd. (Zij was na een soortgelijke carrière als Meijer het ‘binnenvaartuitzendbureau Afra’ begonnen, met haarzelf als enige uitzendkracht.) Toen ze begin vorig jaar haar heup brak, luidde dat het einde van hun binnenvaart-carrière in. Zomer vorig jaar is het schip verkocht.
Vijf jaar daarvoor hadden ze een piepklein huisje in een dorpje onder Sneek gekocht, waar ze zich nu tot volle tevredenheid hebben gevestigd.
Met enige ironie noemt hij de sociale academie in Amsterdam de ideale vooropleiding voor binnenschipper. ‘Binnenschippers zijn nogal eigenzinnige lui en enige kennis over het omgaan daarmee was welkom,’ zegt hij. Wel werkte hij na de sociale academie zes jaar in een buurthuis in Amsterdam Noord. In het Blauwe Zand, Tuindorp Buiksloot, een beruchte buurt destijds. Daarna werkte hij twee jaar als geluids- en lichtman bij het Zomer Straat Theater, dat een podium bood aan ludiek, links vormingstheater waarin vanaf begin jaren ‘70 achterstandsbuurten voorop stonden: verzet tegen de stadsvernieuwing, bewustwording, de onderlinge solidariteit versterken.
Een jaar of drie geleden hoorde hij voor het eerst van Land van Ons. Vrienden investeerden er een hoop geld in, maar zelf is hij arm, zegt hij. ‘Binnenschippers hebben doorgaans geen riant pensioen,’ zegt hij. ‘Toen we het schip verkochten hadden we plots ook even veel geld, maar daar hadden we wel de komende 10 jaar elk jaar een deel van nodig om de AOW tot een soort minimum aan te vullen. Dus investeringen voor 10 jaar waren geen optie. Ik onderzocht Land van Ons en het bleek dat je na 2 jaar je land weer kon verkopen. Hoewel ik hoop dat dat nooit hoeft, is dat de garantie die het mogelijk maakte om in plaats van het op de bank steeds minder waard te laten worden, het geld voor iets goeds te gebruiken. En mocht de economie helemaal piepend en krakend tot staan komen, is land toch altijd nog iets waard.’
‘Over de hele linie maak ik me grote zorgen over de toekomst: de opwarming van de aarde, de biodiversiteit, de schade die de intensieve landbouw aanricht. Natuurlijk moeten de instituties veranderen: de banken, het bedrijfsleven, de overheid, maar het is eenzijdig om alleen langs die weg verandering na te streven. Ten eerste gaat dat veel te traag en ten tweede zijn de problemen zo dringend dat je alles tegelijk moet doen en dingen die niet in beweging willen komen lekker in hun eigen sop moet laten gaarkoken.
Doe zelf iets nieuws, zou ik zeggen. Ik zou het bijvoorbeeld toejuichen als groene boeren een nieuwe boerenleenbank zouden oprichten. Land van Ons doet het goed, vind ik, en ik begrijp dat biologische boeren daar terecht kunnen, prima. Er zijn mensen die zeggen dat de consumenten het moeten oplossen, anderen zeggen dat de overheid het moet doen en weer anderen het bedrijfsleven.
Ik denk: iedereen moet er alles aan doen! En zelfs dan nog moet je je afvragen of het lukt de schade te beperken, want voor voorkómen is het te laat, schade komt er sowieso. Flinke delen van de wereld zullen behoorlijk onleefbaar gaan worden en omkeerbaar zal dat niet zijn. Schade beperken betekent in ieder geval dat we op moeten houden met het strooien van kunstmest, overal raaigras, spuiten met Roundup en ga zo maar door. In plaats daarvan groene boeren die groenbemesters gebruiken en geen kunstmest. Dat is nog goedkoper ook, en beter tegen Poetin! Dat is mijn overtuiging.’
‘Land van Ons is niet het enige waar we aan meedoen. We zijn ook lid van ‘Ús Hôf’, een coöperatieve tuin in Friesland. Er is een vaste tuinder in dienst, met een stelletje vrijwilligers die die tuin onderhouden. Je kunt zo meedoen, aardappels rooien of appels plukken, net hoe het uitkomt. Alles wat je nodig hebt om de week door te komen groeit er. Ik ga er wekelijks naartoe om een tasje groenten te halen. Minstens honderd mensen leven ervan. Wij betalen elk jaar 500 voor mij en m’n vrouw en ik kom bijna nooit meer in de supermarkt.’
‘En trouwens: sinds een maand is mijn kleinzoon Matteo ook deelnemer in Land van Ons, een cadeautje van mij voor zijn tweede verjaardag.’
Flip Schrameijer