Aukje van Weel (56, kunsthistoricus) had al eerder van Land van Ons gehoord en had zich voorgenomen om deelnemer te worden, maar het kwam er nog niet van: ‘Ik hoorde van jullie via een interview in NRC. Toen heb ik jullie online opgezocht.’

Ging dat over ‘Zeewolde’? Nee, want in december, toen dat speelde, had ze al een poosje een abonnement op de Landscoop, onze maandelijkse nieuwsbrief.

‘Zeewolde’ – het aanbod van Land van Ons om de grond te kopen waar Facebook een mega-datacenter wil neerzetten – vond ze een fantastische actie. ‘Het is eeuwig zonde,’ zegt ze ‘om op goede landbouwgrond een gigantisch datacentrum neer te zetten. Zo’n datacentrum gebruikt bovendien enorm veel energie, energie die we veel beter in kunnen zetten voor de energietransitie. We moeten zo snel mogelijk van fossiele brandstoffen af.’

Het Landscoop-abonnement kwam van een andere kennismaking: ‘Jullie stonden een keer op een marktje in het Westerpark in Amsterdam om producten te verkopen. Daar stond iemand enthousiast te vertellen over een perceel van Land van Ons in Drenthe waar de biodiversiteit enorm omhoog was gegaan.’

Dat enthousiasme was aanstekelijk geweest maar blijkbaar niet genoeg om zich op te geven.

De stap naar het deelnemerschap kwam dichterbij toen ze betrokken raakte bij de grootscheepse Amsterdamse stadsuitbreiding, bekend als Haven-Stad, die thans in volle gang is. Ze heeft zich kortgeleden aangesloten bij een groep bewoners die hierin inspraak nastreeft en zich onder andere inzet voor meer en beter groen in dit project.

Wat haar uiteindelijk over de streep trok om deelnemer van Land van Ons te worden?

Aukje: ‘Dat was toen ik hoorde dat jullie Voedselpark Amsterdam in de Lutkemeerpolder gingen steunen. Ik had hun crowdfunding actie om te voorkomen dat deze mooie Amsterdamse polder met vruchtbare zeeklei verandert in een groot distributiecentrum al ondersteund. Nederland staat al vol met deze centra. Wanneer een grote organisatie als Land van Ons dit plan voor een voedselpark steunt worden de kansen dat de Lutkemeerpolder gered wordt een stuk groter.

En mocht het toch niet lukken met de Lutkemeerpolder omdat de politiek niet wil meewerken dan worden er elders voor mijn bijdrage vierkante meters landbouwgrond gekocht. Elke vierkante meter die bijdraagt aan een grotere biodiversiteit is er één. Ik ben dan ook van plan jaarlijks meters bij te kopen.’

‘Ik koop mijn groenten bij Boeren & Buren, een organisatie die voedsel koopt van lokale boeren. Tachtig procent van de opbrengst gaat rechtstreeks naar de producent. Lokaal eten van het seizoen is helemaal niet duur. Je hebt bovendien veel minder verpakkingsmaterialen, er worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt en het is lekker, het zijn goede producten.

Een voedselpark in de Lutkemeerpolder zou daar heel goed bij aansluiten. Als je biologische boert in de omgeving van de stad kun je stad en platteland met elkaar verbinden. Dat versterkt elkaar, de boer heeft een afzetgebied in de stad om de hoek en het is fijn om naar de boer toe te kunnen fietsen.’

‘Het gaat echter niet alleen om Amsterdam. Het zou mooi zijn als alle grote steden biologische boeren in de buurt zouden hebben voor hun voedselvoorziening, zodat je niet geheel afhankelijk raakt van het vaak verre buitenland. En je helpt op deze manier de biodiversiteit enorm. Het klimaat verandert snel en we moeten met zijn allen de schouders eronder zetten.’